Nokia 2710 Navigation Edition

Page 38
background image
Voertuigen
Radiofrequente signalen kunnen elektronische systemen in gemotoriseerde voertuigen die verkeerd geïnstalleerd of
onvoldoende afgeschermd zijn, zoals elektronische systemen voor brandstofinjectie, antiblokkeerremmen en systemen voor
elektronische snelheidsregeling of airbags negatief beïnvloeden. Raadpleeg voor meer informatie de fabrikant van uw voertuig
of van de hierin geïnstalleerde apparatuur.
Het apparaat mag alleen door bevoegd personeel worden onderhouden of in een auto worden gemonteerd. Ondeskundige
installatie of reparatie kan risico's opleveren en de garantie ongeldig maken. Controleer regelmatig of de draadloze apparatuur
in de auto nog steeds goed bevestigd is en naar behoren functioneert. Vervoer of bewaar geen brandbare vloeistoffen, gassen
of explosieve materialen in dezelfde ruimte als het apparaat of de bijbehorende onderdelen of toebehoren. Vergeet niet dat
in een noodsituatie de airbag in een auto met zeer veel kracht wordt opgeblazen. Plaats uw apparaat of toebehoren daarom
nooit in de ruimte vóór de airbag.
Schakel uw apparaat uit voordat u aan boord van een vliegtuig gaat. Het gebruik van mobiele communicatieapparatuur kan
gevaarlijk zijn voor de werking van het vliegtuig en is mogelijk illegaal.
Explosiegevaarlijke omgevingen
Schakel het apparaat uit in een omgeving met een mogelijk explosieve atmosfeer. Volg alle aanwezige instructies op. Vonken
kunnen in een dergelijke omgeving een explosie of brand veroorzaken die kan resulteren in letsel of de dood. Schakel het
apparaat uit op plekken waar brandstoffen worden getankt, zoals op benzinestations. Houd u aan de beperkingen in gebieden
waar brandstof wordt opgeslagen en gedistribueerd, bij chemische bedrijven of waar explosiewerkzaamheden worden
uitgevoerd. Gebieden met een mogelijk explosieve atmosfeer worden meestal, maar niet altijd, als zodanig aangeduid. Hiertoe
behoren ook omgevingen waar u wordt aangeraden uw automotor uit te zetten, het benedendeks-gedeelte op boten, plaatsen
voor overdracht en opslag van chemische stoffen en omgevingen waar de lucht chemische stoffen of deeltjes bevat zoals
metaalkorreltjes, -stof of -poeders. Informeer bij de fabrikanten van voertuigen die op vloeibare gassen rijden (zoals propaan
of butaan) om te bepalen of dit apparaat in de omgeving daarvan veilig kan worden gebruikt.
Alarmnummer kiezen
Belangrijk: 
 Dit apparaat maakt gebruik van radiosignalen, draadloze netwerken, kabelnetwerken en door de gebruiker
geprogrammeerde functies. Als uw apparaat gesprekken via het internet ondersteunt (netgesprekken), moet u zowel de
netgesprekken als de mobiele telefoon activeren. Het apparaat kan alarmnummers zowel via het mobiele netwerk als via uw
internetprovider proberen te kiezen als beide functies zijn geactiveerd. Verbindingen kunnen niet onder alle omstandigheden
worden gegarandeerd. U moet nooit alleen vertrouwen op een draadloze telefoon voor het tot stand brengen van essentiële
communicatie, bijvoorbeeld bij medische noodgevallen.
Een alarmnummer kiezen:
1
Schakel het apparaat in als dat nog niet is gebeurd. Controleer of de signaalontvangst voldoende is. Afhankelijk van het
apparaat moet u mogelijk ook de volgende stappen uitvoeren:
Plaats een SIM-kaart als deze voor het apparaat vereist is.
Maak bepaalde oproepbeperkingen ongedaan als deze op uw apparaat zijn ingesteld.
Wijzig uw profiel van Offline of Vlucht in een actief profiel.
2
Druk zo vaak als nodig is op de end-toets om het scherm leeg te maken en het apparaat gereed te maken voor een oproep.
3
Toets het alarmnummer in voor het gebied waar u zich bevindt. Alarmnummers verschillen per locatie.
4
Druk op de beltoets.
Geef alle noodzakelijke informatie zo nauwkeurig mogelijk op wanneer u een alarmnummer belt. Uw draadloze apparaat is
mogelijk het enige communicatiemiddel op de plaats van een ongeluk. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor
toestemming hebt gekregen.
Informatie over certificatie (SAR)
Dit mobiele apparaat voldoet aan richtlijnen voor blootstelling aan radiogolven.
Dit mobiele apparaat is een radiozender en -ontvanger. Het is zo ontworpen dat de grenzen voor blootstelling aan radiogolven
die worden aanbevolen door internationale richtlijnen, niet worden overschreden. Deze richtlijnen zijn ontwikkeld door de
38 Product- en veiligheidsinformatie