Nokia 3109 classic

Page 27
background image
Richt de infrarood-straal (IR) niet op andermans ogen en vermijd dat deze stoort met andere IR-apparaten. Dit apparaat is een
Klasse 1 laserproduct.
Zorg bij het verzenden of ontvangen van gegevens dat de IR-poorten van de verzendende of ontvangende apparaten naar elkaar
wijzen en dat zich tussen de apparaten geen obstakels bevinden.
Selecteer 
Menu
 > 
Instellingen
 > 
Connectiviteit
 > 
Infrarood
 om de IR-poort van de telefoon in- of uit te schakelen.
Als de gegevensoverdracht niet binnen 2 minuten na het activeren van de IR-poort wordt gestart, worden de verbinding
geannuleerd en moet deze opnieuw worden gestart.
Indicator voor IR-verbinding
• Wanneer 
 voortdurend wordt getoond, is de IR-verbinding actief en is de telefoon gereed voor het verzenden of ontvangen
van gegevens via de IR-poort.
• Als 
 knippert, probeert de telefoon vebinding te krijgen met het andere apparaat of is de verbinding verbroken.
Bluetooth
Draadloze Bluetooth-technologie
Met behulp van Bluetooth-technologie kunt u het apparaat verbinden met een compatibel Bluetooth-apparaat binnen een
afstand van tien meter. Omdat Bluetooth-apparaten gebruikmaken van radiogolven, hoeven het apparaat en de andere
apparaten zich niet in elkaars gezichtsveld te bevinden, hoewel de verbinding storing kan ondervinden van obstakels zoals
muren of andere elektronische apparatuur.
Dit apparaat voldoet aan de Bluetooth-specificatie 2.0 + EDR die de volgende profielen ondersteunt: generic access, network
access, generic object exchange, advanced audio distribution, audio video remote control, hands-free, headset, object push, file
transfer, dial-up networking, SIM access en serial port. Gebruik door Nokia goedgekeurde toebehoren voor dit model als u
verzekerd wilt zijn van compatibiliteit met andere apparatuur die Bluetooth-technologie ondersteunt. Informeer bij de
fabrikanten van andere apparatuur naar de compatibiliteit met dit apparaat.
Op sommige plaatsen gelden beperkingen voor het gebruik van Bluetooth-technologie. Raadpleeg de lokale autoriteiten of
serviceprovider voor meer informatie.
Als functies gebruikmaken van Bluetooth-technologie of als dergelijke functies op de achtergrond worden uitgevoerd terwijl u
andere functies gebruikt, vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de levensduur van de batterij af.
Een Bluetooth-verbinding instellen
Selecteer 
Menu
 > 
Instellingen
 > 
Connectiviteit
 > 
Bluetooth
 en maak een keuze uit volgende opties:
Bluetooth
 —  Selecteer 
Aan
 om de Bluetooth-functie te activeren.   geeft aan dat Bluetooth is geactiveerd.
Waarneembaarheid mijn telefoon
 — instellen hoe het apparaat wordt weergegeven voor andere Bluetooth-apparaten
Zoeken naar audiotoebehoren
 — zoeken naar compatibele Bluetooth-audioapparaten. Selecteer het apparaat dat u met
de telefoon wilt verbinden.
Actieve apparaten
 — controleren welke Bluetooth-verbinding actief is.
Gekoppelde apparaten
 — zoeken naar Bluetooth-apparaten die zich binnen bereik bevinden. Selecteer 
Nieuw
 om alle
Bluetooth-apparaten weer te geven die binnen bereik zijn. Selecteer een apparaat en 
Koppelen
. Voer het overeengekomen
Bluetooth-wachtwoord van het apparaat in (maximaal 16 tekens) om het apparaat af te stemmen op uw apparaat. U hoeft
dit wachtwoord alleen op te geven wanneer u het apparaat voor het eerst afstemt. Het apparaat maakt verbinding met het
andere apparaat en u kunt met de overdracht van gegevens beginnen.
Naam van mijn telefoon
 — de apparaatnaam instellen voor Bluetooth-verbindingen
Als u zich zorgen maakt om de beveiliging, schakelt u Bluetooth uit, of stelt u 
Waarneembaarheid mijn telefoon
 in op
Verborgen
. Accepteer altijd uitsluitend Bluetooth-communicatie van personen die u vertrouwt.
Packet-gegevens
GPRS (General Packet Radio Service) is een netwerkdienst waarmee mobiele apparaten gegevens kunnen verzenden en
ontvangen via een IP-netwerk (Internet Protocol).
U kunt het gebruik van de dienst definiëren door 
Menu
 > 
Instellingen
 > 
Connectiviteit
 > 
Packetgegevens
 > 
Packet-
gegevensverbinding
 te selecteren en een keuze te maken uit de volgende opties:
Wanneer nodig
 — om in te stellen dat de GPRS-verbinding tot stand wordt gebracht wanneer een toepassing deze nodig
heeft. De verbinding wordt gesloten wanneer de toepassing wordt beëindigd.
Altijd online
 — om het apparaat automatisch verbinding te laten maken met een GPRS-netwerk wanneer het apparaat
wordt ingeschakeld.
U kunt het apparaat via draadloze Bluetooth-technologie of een USB-kabelverbinding aansluiten op een compatibele pc en het
apparaat gebruiken als modem om een GPRS-verbinding via de pc in te schakelen.
I n s t e l l i n g e n
© 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
27