Nokia 3710 fold

Page 20
background image
Beveiligingsinstellingen
Selecteer 
Menu
 > 
Instellingen
 en 
Beveiliging
.
Wanneer beveiligingsfuncties zijn ingeschakeld waarmee oproepen worden beperkt
(zoals het blokkeren van oproepen, gesloten gebruikersgroepen en vaste nummers),
kunt u mogelijk nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen. De functies voor
het blokkeren en doorschakelen van oproepen kunnen niet tegelijkertijd actief zijn.
Selecteer een van de volgende opties:
PIN-codeaanvraag of UPIN-codeaanvraag — Het apparaat zo instellen dat elke keer
bij het inschakelen om de PIN- of UPIN-code wordt gevraagd. Bij sommige SIM-kaarten
is het niet mogelijk het opvragen van de code uit te schakelen.
Oproepen blokkeren  — Inkomende en uitgaande oproepen beperken
(netwerkdienst). Hiervoor hebt u het blokkeerwachtwoord nodig.
Vaste nummers  — Uitgaande oproepen beperken tot geselecteerde
telefoonnummers, als dit door uw SIM-kaart wordt ondersteund. Als de functie Vaste
nummers is geactiveerd, zijn GPRS-verbindingen niet mogelijk, behalve bij het
verzenden van tekstberichten via een GPRS-verbinding. In een dergelijk geval moeten
het telefoonnummer van de ontvanger en het nummer van de berichtencentrale in de
lijst Vaste nummers zijn opgenomen.
Bep. grp gebruikers  — Een groep mensen definiëren die u kunt bellen of door wie u
kunt worden gebeld (netwerkdienst).
Beveiligingsniveau  — Als u wilt instellen dat om de beveiligingscode wordt gevraagd
wanneer een nieuwe SIM-kaart in het apparaat wordt geplaatst, selecteert u
Telefoon
.
Toegangscodes  — De beveiligingscode, PIN-code, UPIN-code, PIN2-code of het
blokkeerwachtwoord wijzigen.
PIN2-codeaanvraag  — Het apparaat zo instellen dat om de PIN2-code wordt gevraagd
wanneer u een bepaalde functie gebruikt die wordt beveiligd met de PIN2-code. Bij
sommige SIM-kaarten is het niet mogelijk het opvragen van de code uit te schakelen.
Deze optie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van uw SIM-kaart. Neem voor meer
informatie contact op met uw serviceprovider.
Code gebruiken  — Het type pincode dat wordt gebruikt weergeven en selecteren.
Autorisat.certificaten of Gebr.certificaten — De lijst met autorisatie- of
gebruikerscertificaten weergeven die beschikbaar zijn op uw apparaat.
Beveiligingsmodule  — De Details beveil.module weergeven, 
Verzoek PIN module
activeren of de module-PIN en ondertekenings-PIN wijzigen.
Uw apparaat aanpassen
Geef uw apparaat een persoonlijk tintje met beltonen, achtergronden en thema's. Maak
snelkoppelingen naar de meest gebruikte functies en breid de functionaliteit van uw
telefoon uit.
20 Persoonlijke instellingen