Nokia 500

Page 41
background image
De status van de dienst inschakelen, uitschakelen of controleren
Selecteer 
Menu
 > 
Instellingen
 en 
Bellen
 > 
Oproep
 > 
Oproep in wachtrij
 >
Inschakelen
Uitschakelen
, of 
Status controleren
.
Wisselen tussen een actieve oproep en een wachtende oproep
Selecteer 
Opties
 > 
Wisselen
.
De wachtende oproep verbinden met de actieve oproep
Selecteer 
Opties
 > 
Doorverbinden
. U verbreekt uw verbinding met de oproepen.
Een actieve oproep beëindigen
Druk op de beëindigingstoets.
Beide oproepen beëindigen
Selecteer 
Opties
 > 
Alle oproep. beëindigen
.
Dempen door te draaien
Als uw telefoon overgaat in een situatie waar u niet gestoord wilt worden, kunt u de
telefoon zodanig instellen dat de beltonen worden gedempt.
Dempen door te draaien activeren
Selecteer 
Menu
 > 
Instellingen
 en 
Telefoon
 > 
Sensorinstellingen
 > 
Oproepen
dempen
 > 
Aan
.
Wanneer uw telefoon overgaat, draait u de telefoon met de voorkant naar beneden.
Een conferentiegesprek voeren
Conferentiegesprekken (netwerkdienst) tussen maximaal zes deelnemers, inclusief
uzelf, worden door uw telefoon ondersteund. Videoconferentiegesprekken worden niet
ondersteund.
Oproepen 41