Nokia 6100

Page 108
background image
Copyright
 © 2003 Nokia. All rights reserved.
M
e
nu
fu
nc
tie
s
108
M
e
nu
fu
nc
tie
s
Gegevens verzenden en ontvangen via infrarood
• Zorg ervoor dat de infraroodpoorten van het verzendende en het ontvangende apparaat op elkaar 
gericht zijn en dat er zich geen obstakels tussen deze apparaten bevinden. De aanbevolen afstand 
tussen beide apparaten bedraagt maximaal 60 cm.
• U stelt de infraroodpoort van de telefoon in op het ontvangen van gegevens via infrarood door 
op
Menu
 te drukken en achtereenvolgens 
Connectiviteit
 en 
Infrarood
 te selecteren.
• De gebruiker van het zendende toestel selecteert vervolgens de gewenste infraroodfunctie 
om de datatransmissie te starten.
Als de datatransmissie niet binnen twee minuten na het activeren van de infraroodpoort wordt gestart, 
wordt de verbinding verbroken en moet u opnieuw beginnen.
Pictogram infraroodverbinding
• Wanneer 
 onafgebroken wordt weergegeven, is de infraroodverbinding geactiveerd 
en is de telefoon gereed voor het verzenden of ontvangen van gegevens via de infraroodpoort.
• Wanneer 
 knippert, wordt geprobeerd verbinding te maken met het andere apparaat 
of is de infraroodverbinding verbroken.
GPRS
GPRS-verbinding
U kunt instellen dat de telefoon automatisch moet worden geregistreerd bij een GPRS-netwerk 
wanneer u het toestel inschakelt. Druk op 
Menu
 en selecteer achtereenvolgens 
Connectiviteit
GPRS
,
GPRS-verbinding
 en 
Altijd online
. Door een WAP- of pc-inbelverbinding te starten of door 
multimediaberichten te verzenden/ontvangen, wordt de verbinding tussen de telefoon en het netwerk 
tot stand gebracht en zijn datatransmissies mogelijk. Wanneer u de toepassing beëindigt, wordt ook 
de GPRS-verbinding beëindigd, maar blijft de telefoon geregistreerd bij het GPRS-netwerk.