Nokia 6120 classic

Page 99
background image
99
2. Definieer de te synchroniseren Toepassingen.
Selecteer een toepassing en bewerk de synchronisatie-instellingen:
Tijdens synchronisatie – Hiermee schakelt u de synchronisatie in of uit.
Externe database – Geef de naam op van de gebruikte externe database.
Synchronisatietype – Selecteer Bidirectioneel als u de gegevens op uw 
telefoon en de externe database wilt synchroniseren, Alleen nr telefoon als u 
alleen de gegevens op uw telefoon wilt synchroniseren of Alleen naar server als 
u alleen de gegevens in de externe database wilt synchroniseren.
3. Definieer de Verbindingsinstellingen:
ServerversieServer-IDGegevensdragerHostadresPoortGebruikersnaam
en Wachtwoord – Neem contact op met uw serviceprovider of 
systeembeheerder voor de juiste instellingen.
Toegangspunt – Is alleen zichtbaar als Internet is geselecteerd 
als Gegevensdrager. Selecteer een toegangspunt dat u voor de 
gegevensverbinding wilt gebruiken.
Sync.verz. toestaan Ja – Hiermee staat u toe dat de server de 
synchronisatie start.
Sync.verz. accept. Nee – Vragen om bevestiging voordat de server 
de synchronisatie start.
Netwerkverificatie – Is alleen zichtbaar als Internet is geselecteerd als 
Gegevensdrager. Als u HTTPS-verificatie wilt gebruiken, selecteert u Ja 
en typt u de gebruikersnaam en het wachtwoord in Gebr.naam netwerk 
en Wachtwoord netwerk.
Gegevens synchroniseren
Ga in de hoofdweergave naar een profiel en selecteer Opties Synchroniseren
De status van de synchronisatie wordt weergegeven.
Nadat de synchronisatie is voltooid, selecteert u Opties Logboek bekijken 
om een logboekbestand te openen waarin de synchronisatiestatus wordt 
vermeld (Voltooid of Incompleet) en waarin wordt vermeld hoeveel agenda- 
of contactitems zijn toegevoegd, bijgewerkt, verwijderd of overgeslagen 
(niet gesynchroniseerd) in de telefoon of op de server.