Nokia 6233

Page 77
background image
77
Copyright
 © 2006 Nokia. All rights reserved.
■ Beveiliging
Wanneer beveiligingsfuncties zijn ingeschakeld waarmee de mogelijke oproepen worden beperkt (zoals het blokkeren van 
oproepen, besloten gebruikersgroepen en vaste nummers), kunt u mogelijk nog wel het geprogrammeerde alarmnummer 
kiezen.
Selecteer 
Menu
Instellingen
Beveiliging
 en daarna een van de volgende opties:
PIN-codeaanvraag
 en 
UPIN-codeaanvraag
 — de telefoon zo instellen dat de PIN-code of UPIN-code wordt 
gevraagd wanneer de telefoon wordt ingeschakeld. Bij sommige SIM-kaarten kan het vragen naar de code niet 
worden uitgeschakeld.
PIN2-codeaanvraag
 — instellen of de PIN2-code is vereist wanneer een bepaalde telefoonfunctie wordt 
gebruikt die met de PIN2-code is beveiligd. Bij sommige SIM-kaarten kan het vragen naar de code niet worden 
uitgeschakeld.
Oproepen blokkeren
 — inkomende en uitgaande oproepen beperken (netwerkdienst). Hiervoor hebt u het 
blokkeerwachtwoord nodig.
Vaste nummers
 — een lijst met telefoonnummers of voorvoegsels maken, bewerken en activeren. Wanneer deze 
lijst is geactiveerd, kunt u alleen bellen of berichten verzenden naar de nummers op de lijst. Als de SIM-kaart 
deze optie niet ondersteunt, is 
Vaste nummers
 verborgen.
Bep. groep gebruikers
 — oproepen beperken tot oproepen naar en van een bepaalde groep personen 
(netwerkdienst).
Beveiligingsniveau
Telefoon
 — de telefoon zo instellen dat de beveiligingscode wordt gevraagd wanneer er 
een nieuwe SIM-kaart in de telefoon wordt geplaatst. Als u 
Beveiligingsniveau
Geheugen
, selecteert, wordt 
de beveiligingscode gevraagd wanneer het SIM-kaartgeheugen is geselecteerd en u het gebruikte geheugen 
wilt wijzigen.
Toegangscodes
 — de beveiligingscode, de PIN-code, de PIN2-code of het blokkeerwachtwoord wijzigen
Code gebruiken
 — instellen of de PIN-code of de UPIN-code actief moet zijn.