Nokia 6555

Page 66
background image
I n s t e l l i n g e n
66
Oproepen blokkeren — om inkomende en uitgaande oproepen te 
beperken (netwerkdienst). Hiervoor hebt u het blokkeringswachtwoord 
nodig.
Vaste nummers — als u uitgaande oproepen wilt beperken tot 
geselecteerde telefoonnummers, als dit door uw SIM-kaart wordt 
ondersteund. Wanneer de functie Vaste nummers is ingeschakeld, zijn 
GPRS-verbindingen niet mogelijk, behalve bij het verzenden van 
tekstberichten via een GPRS-verbinding. In zo'n geval moeten het 
telefoonnummer van de ontvanger en het nummer van de 
berichtencentrale in de lijst Vaste nummers zijn opgenomen.
Beperkte groep gebruikers — om een bepaalde groep personen op te 
geven die u kunt bellen en die u kunnen bellen (netwerkdienst).
Beveiligingsniveau Telefoon — als u wilt dat de beveiligingscode 
wordt gevraagd wanneer een nieuwe SIM-kaart in de telefoon wordt 
geplaatst. Als u Geheugen selecteert, wordt de beveiligingscode 
gevraagd wanneer het SIM-kaartgeheugen is geselecteerd en u het 
gebruikte geheugen wilt wijzigen.
Toegangscodes — als u de beveiligingscode, de PIN-code, de UPIN-code, 
de PIN2-code of het beperkingswachtwoord wilt wijzigen.
Code gebruiken — om te selecteren of de PIN-code of de UPIN-code 
actief moet zijn.
Autorisatiecertificaten of Gebruikerscertificaten — om de lijst met 
autorisatiecertificaten of gebruikerscertificaten te bekijken die naar de 
telefoon is gedownload. Zie Certificaten op pagina 93.
Instell. beveiligingsmodule — om Geg. beveil.module weer te geven, 
selecteert u Verzoek PIN voor module, of wijzigt u de module-PIN en de 
ondertekenings-PIN. Zie ook Toegangscodes op pagina 9.
■ Fabrieksinstellingen terugzetten
Als u bepaalde menu-instellingen op de oorspronkelijke waarden wilt 
terugzetten, selecteert u Menu Instellingen Fabr.inst. terugz.. Voer 
de beveiligingscode in. Als u nog geen wachtwoord hebt gemaakt, wordt 
u door de telefoon gevraagd dit te doen. De namen en telefoonnummers 
die zijn opgeslagen in Contacten, worden niet verwijderd.