Nokia 6600 slide

Page 43
background image
Beheer van digitale rechten
Content-eigenaren kunnen gebruikmaken van verschillende
soorten technologieën voor het beheer van digitale rechten
(DRM) om hun intellectuele eigendom, waaronder
auteursrechten, te beschermen. Dit apparaat maakt gebruik
van verschillende typen DRM-software om toegang te krijgen
tot DRM-beveiligde inhoud. Dit apparaat geeft toegang tot
inhoud die is beveiligd met WMDRM 10, OMA DRM 1.0, OMA
DRM 1.0 Forward Lock (doorstuurblokkering) en OMA DRM 2.0.
Als bepaalde DRM-software er niet in slaagt de inhoud te
beschermen, kunnen content-eigenaren verlangen dat de
mogelijkheid om met die DRM-software toegang te krijgen
tot nieuwe DRM-beveiligde inhoud, wordt ingetrokken. Deze
intrekking kan het vernieuwen van dergelijke DRM-
beveiligde inhoud die al in het apparaat is opgeslagen,
verhinderen. Het intrekken van dergelijke DRM-software
heeft geen invloed op het gebruik van inhoud die is beveiligd
met andere typen DRM of het gebruik van niet door DRM
beveiligde inhoud.
Bij inhoud die is beveiligd met een beheersysteem voor
digitale rechten (DRM) wordt een bijbehorende
activeringssleutel geleverd die uw rechten om gebruik te
maken van de inhoud definieert.
Als het apparaat OMA DRM-beveiligde inhoud bevat, kunt u
met de back-upfunctie van Nokia PC Suite een back-up maken
van zowel de activeringssleutels als van de inhoud.Andere
overdrachtsmethoden kunnen mogelijk de
activeringssleutels die samen met de inhoud moeten worden
hersteld, niet overdragen, waardoor u de OMA DRM-
beveiligde inhoud niet meer kunt gebruiken nadat u het
apparaatgeheugen hebt geformatteerd. U moet mogelijk ook
de activeringssleutels herstellen als de bestanden op uw
apparaat beschadigd zijn geraakt.
Als uw apparaat WMDRM-beveiligde inhoud bevat, zullen
zowel de activeringssleutels als de inhoud verloren gaan als
het apparaatgeheugen wordt geformatteerd. Het is ook
mogelijk dat de activeringssleutels en de inhoud verloren
gaan als de bestanden op uw apparaat beschadigd zijn
geraakt. Het verlies van de activeringssleutels of de inhoud
kan uw mogelijkheden beperken om dezelfde inhoud op uw
apparaat nogmaals te gebruiken. Neem voor meer informatie
contact op met uw serviceprovider.
Toebehoren
Waarschuwing:
Gebruik alleen batterijen, laders en toebehoren die door
Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit specifieke
model. Het gebruik van alle andere typen kan de goedkeuring
of garantie doen vervallen en kan gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van
goedgekeurde toebehoren. Trek altijd aan de stekker en niet
aan het snoer als u toebehoren losmaakt.
Batterij
Informatie over de batterij en de lader
Het apparaat werkt op een oplaadbare batterij. De batterij
die bedoeld is om in dit apparaat te worden gebruikt, is
BL-4U. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met één van de
volgende laders: AC-8. De batterij kan honderden keren
worden opgeladen en ontladen, maar na verloop van tijd
treedt slijtage op. Wanneer de gesprekstijd en stand-bytijd
aanmerkelijk korter zijn dan normaal, moet u de batterij
vervangen. Gebruik alleen batterijen die door Nokia zijn
goedgekeurd en laad de batterij alleen opnieuw op met
laders die door Nokia zijn goedgekeurd en bestemd zijn voor
dit apparaat. Het gebruik van een niet-goedgekeurde batterij
of lader kan het risico met zich meebrengen van brand,
explosie, lekkage of ander gevaar.
Het exacte modelnummer van de lader is afhankelijk van het
type stekker. Het stekkertype wordt aangeduid met een van
de volgende codes: E, EB, X, AR, U, A, C of UB.
Als u een batterij voor de eerste keer gebruikt of als u de
batterij langere tijd niet hebt gebruikt, is het mogelijk dat u
de lader moet aansluiten, ontkoppelen en vervolgens
opnieuw moet aansluiten om het opladen te starten. Als de
batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren
voordat de batterij-indicator op het scherm wordt
weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat
u de batterij verwijdert.
Haal de lader uit het stopcontact wanneer u deze niet
gebruikt. Houd een volledig opgeladen batterij niet
gekoppeld aan de lader omdat de levensduur van de batterij
kan afnemen wanneer deze wordt overladen. Als een volledig
opgeladen batterij niet wordt gebruikt, wordt deze na
verloop van tijd automatisch ontladen.
Probeer de batterij altijd te bewaren op een temperatuur
tussen 15°C en 25°C. Bij extreme temperaturen nemen de
capaciteit en levensduur van de batterij af. Een apparaat met
een warme of koude batterij kan gedurende bepaalde tijd
onbruikbaar zijn. De batterijprestaties zijn met name beperkt
in temperaturen beduidend onder het vriespunt.
Let op dat u geen kortsluiting veroorzaakt in de batterij. Dit
kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer een metalen voorwerp
zoals een munt, paperclip of pen direct contact maakt met de
positieve (+) en negatieve (-) poolklemmen van de batterij.
(Deze klemmen zien eruit als metalen strips.) Dit kan
bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een reservebatterij in uw
zak of tas hebt. Kortsluiting van de poolklemmen kan schade
veroorzaken aan de batterij of aan het voorwerp waarop deze
is aangesloten.
Gooi batterijen niet in het vuur. De batterijen kunnen dan
ontploffen. Batterijen kunnen ook ontploffen als deze
beschadigd zijn. Verwerk batterijen in overeenstemming met
Beheer van digitale rechten 43