Nokia 6681

Page 102
background image
Instrumenten
102
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved. 
Toegangspunten
 Beschikbare opties in de lijst 
Toegangspunten
Bewerken
Nieuw toegangspunt
Verwijderen
Help
 
en 
Afsluiten
.
Volg de instructies van de serviceprovider.
Naam verbinding
 — Voer een beschrijvende naam in voor 
de verbinding.
Drager gegevens
 — Afhankelijk van de geselecteerde 
dataverbinding zijn alleen bepaalde velden beschikbaar. 
Vul alle velden in die zijn voorzien van een rood sterretje 
of de aanduiding 
Te definiëren
. De overige velden hoeft u 
alleen in te vullen als uw serviceprovider dat aangeeft.
 Beschikbare opties voor het bewerken van 
toegangspuntinstellingen: 
Wijzigen
Geavanc. 
instell.
Help
 en 
Afsluiten
.
Als u een gegevensverbinding wilt gebruiken, moet de 
aanbieder van de netwerkdienst deze functie 
ondersteunen en deze zo nodig activeren op de SIM-kaart.
Naam toegangspunt
 (alleen voor GPRS) — Deze naam is 
nodig om verbinding te kunnen maken met het GPRS-
netwerk. De naam van het toegangspunt wordt verstrekt 
door de netwerkoperator of serviceprovider.
Gebruikersnaam
 — De gebruikersnaam kan nodig zijn bij 
het maken van een gegevensverbinding en wordt 
doorgaans verstrekt door de serviceprovider. 
De gebruikersnaam is vaak hoofdlettergevoelig.
Vraag om wachtw.
 — Als u bij aanmelding op de server 
telkens een nieuw wachtwoord moet invoeren of als u 
het wachtwoord niet in de telefoon wilt opslaan, 
selecteert u 
Ja
.
Wachtwoord
 — Een wachtwoord kan nodig zijn bij het 
maken van een gegevensverbinding en wordt doorgaans 
verstrekt door de serviceprovider. Wachtwoorden zijn vaak 
hoofdlettergevoelig.
Verificatie
 — Selecteer 
Normaal
 of 
Beveiligd
.
Homepage
 — Voer het webadres of het adres van de 
multimediaberichtencentrale in, al naar gelang de 
gegevens die u instelt.
Selecteer 
Opties
 > 
Geavanc. instell.
 om de volgende 
instellingen te wijzigen:
Netwerktype
 — Selecteer het gewenste 
internetprotocoltype: 
IPv4-instellingen
 of 
IPv6-
instellingen
.
IP-adres telefoon
 — Voer het IP-adres van de telefoon in.
Naamservers
 — Voer in 
Primaire naamserver:
 het IP-adres 
van de primaire DNS-server in. Voer in 
Secund. 
naamserver:
 het IP-adres van de secundaire DNS-server