Nokia 6710 Navigator

Page 25
background image
Spraakoproepen
Het apparaat ondersteunt uitgebreide spraakopdrachten.
Uitgebreide spraakopdrachten zijn niet afhankelijk van de
stem van de spreker. U hoeft dus niet op voorhand
spraaklabels op te nemen. Het apparaat maakt een
spraaklabel voor de contactgegevens en vergelijkt de
ingesproken spraaklabel daarmee. De spraakherkenning in
het apparaat past zich aan de stem van de hoofdgebruiker
aan, zodat de spraakopdrachten beter worden herkend.
Het spraaklabel voor een contactpersoon is de naam die voor
het contact wordt opgeslagen. Selecteer een contact en
Opties > Spraaklabelgegevens als u het samengestelde
spraaklabel wilt beluisteren. Ga naar een contactdetail en
selecteer Opties > Sprklabel afspelen.
Bellen via een spraaklabel
Opmerking:  Het gebruik van spraaklabels kan
moeilijkheden opleveren in een drukke omgeving of tijdens
een noodgeval. Voorkom dus onder alle omstandigheden dat
u uitsluitend van spraaklabels afhankelijk bent.
Wanneer u spraakgestuurd bellen gebruikt, wordt de
luidspreker gebruikt. Houd het apparaat op een korte afstand
van uw mond als u het spraaklabel inspreekt.
1. Als u spraakgestuurde nummerkeuze wilt starten in het
startscherm, houdt u de rechterselectietoets ingedrukt.
Als er een compatibele headset met headsettoets is
aangesloten, houdt u de headsettoets ingedrukt wanneer
u spraakgestuurd bellen wilt starten.
2. U hoort een korte toon en de tekst Spreek nu wordt
weergegeven. Noem duidelijk de naam die u voor het
contact hebt opgeslagen.
3. Het apparaat speelt een synthesizer-spraaklabel af voor
de herkende contact en geeft de naam en het nummer
weer. Als u die contact niet wilt bellen, selecteert u binnen
2,5 seconde een andere contactpersoon in de lijst met
overeenkomende contactnamen. Als u de bewerking wilt
annuleren, selecteert u Stoppen.
Als er meerdere nummers zijn opgeslagen voor een naam,
selecteert het apparaat het standaardnummer, als dit is
gedefinieerd. Anders selecteert het apparaat het eerst
beschikbare nummer op een contactkaart. U kunt de naam
en het type telefoonnummer (bijvoorbeeld mobiel of thuis)
ook uitspreken.
Snelkeuze 
Selecteer 
 > 
Instellingen > Instellingen en
Telefoon > Oproep > Snelkeuze.
Met de snelkeuzefunctie kunt u een nummer kiezen door een
cijfertoets ingedrukt te houden terwijl het startscherm in
beeld is.
Selecteer Aan om snelkeuze te activeren.
Als u een cijfertoets aan een telefoonnummer wilt toewijzen,
selecteert u 
 > 
Instellingen > Snelkeuze. Ga naar de
cijfertoets (2 - 9) op het scherm en selecteer Opties >
Toewijzen. Selecteer het gewenste nummer uit de lijst met
contacten.
Oproepfuncties
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
25