Nokia 7210 Supernova

Page 56
background image
vindt u bij de verkoper van het product, bij de milieudienst van uw plaatselijke
overheid, nationale organisaties voor producentenverantwoordelijkheid of uw
plaatselijke vertegenwoordiger van Nokia. Voor de Eco-Verklaring voor het
product of instructies over het inleveren van uw overbodig geworden product,
gaat u naar de landspecifieke informatie op www.nokia.com.
Aanvullende veiligheidsinformatie
Kleine kinderen
Uw apparaat en toebehoren kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd ze buiten
het bereik van kleine kinderen.
Gebruiksomgeving
Dit apparaat voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling aan RF-signalen
wanneer het op normale wijze tegen het oor wordt gehouden of wanneer het
zich op een afstand van minimaal 1,0 centimeter (3/8 inch) van het lichaam
bevindt. Wanneer het apparaat op het lichaam wordt gedragen in een draagtasje,
riemclip of houder, moeten deze hulpmiddelen geen metaal bevatten en moet
het apparaat zich op de bovengenoemde afstand van het lichaam bevinden.
Voor het overbrengen van databestanden of berichten moet dit apparaat kunnen
beschikken over een goede verbinding met het netwerk. In sommige gevallen
kan het overbrengen van databestanden of berichten vertraging oplopen tot een
dergelijke verbinding beschikbaar is. Houd u aan de bovenstaande
afstandsrichtlijnen tot de gegevensoverdracht is voltooid.
Medische apparatuur
Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van draadloze telefoons, kan het
functioneren van onvoldoende beschermde medische apparatuur nadelig
beïnvloeden. Raadpleeg een arts of de fabrikant van het medische apparaat om
vast te stellen of het apparaat voldoende is beschermd tegen externe RF-energie
of als u vragen hebt. Schakel het apparaat uit in instellingen voor
gezondheidszorg wanneer dat voorgeschreven wordt door ter plaatse
aangegeven instructies. Ziekenhuizen en andere instellingen voor
gezondheidszorg kunnen gebruikmaken van apparatuur die gevoelig is voor
externe RF-energie.
Geïmplanteerde medische apparatuur
Ter voorkoming van storingen van het apparaat raden fabrikanten van medische
apparaten aan minimaal 15,3 centimeter afstand te bewaren tussen een
draadloos apparaat en een geïmplanteerd medisch apparaat, zoals een
pacemaker of geïmplanteerde defibrillator. Personen met dergelijke apparaten
moeten met het volgende rekening houden:
Aanvullende veiligheidsinformatie
© 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
56