Nokia Carkit CK-200

Page 31
background image
I n s t a l l a t i e
31
• Sluit geen onderdelen van de carkit aan op de hoogspanningsdraden 
van het contactsysteem.
• Let er bij de montage van de onderdelen van de carkit op dat geen 
enkel onderdeel een belemmering vormt voor het stuur- of 
remsysteem of andere systemen die worden gebruikt voor de werking 
van het voertuig (bijvoorbeeld airbags). Zorg ervoor dat de carkit en 
de onderdelen zo worden gemonteerd dat u er niet mee in contact 
komt in het geval van een botsing of aanrijding.
Als het scherm van een mobiele telefoon moet worden gebruikt, 
moet u ervoor zorgen dat het apparaat in een houder wordt 
geplaatst en dat het beeld goed te zien is voor de gebruiker.
• Uw onderhoudsmonteur of dealer kan u adviseren over alternatieven 
voor het correct monteren van de apparatuur in het voertuig zonder 
dat u gaten hoeft te boren.
• Rook niet als u aan de auto werkt. Zorg ervoor dat u niet in de buurt 
bent van open vuur.
• Zorg ervoor dat u tijdens de montage de elektriciteitskabels, 
brandstof- en remleidingen en beveiligingsapparatuur niet 
beschadigt.
• RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in 
gemotoriseerde voertuigen die verkeerd gemonteerd of onvoldoende 
beschermd zijn (bijvoorbeeld elektronische systemen voor 
brandstofinjectie, elektronische antiblokkeersystemen, systemen 
voor elektronische snelheidsregeling, airbagsystemen). Raadpleeg de 
autodealer als een van deze systemen niet meer naar behoren werkt.
• Zorg er ook voor dat de kabels niet blootstaan aan mechanische druk. 
(Deze kan bijvoorbeeld ontstaan als de kabels onder stoelen of tegen 
scherpe randen worden bevestigd.)
■ De software bijwerken
Voordat u de carkit monteert, moet u de software van de carkit 
bijwerken tot de meest recente versie.
Download en installeer de update-toepassing voor de Nokia carkit vanaf 
www.nokia.com/support naar een compatibele computer.