Nokia X3-00

Page 28
background image
moeten het telefoonnummer van de ontvanger en het nummer van de
berichtencentrale in de lijst Vaste nummers zijn opgenomen.
Bep. grp gebruikers  — Een groep mensen definiëren die u kunt bellen of door
wie u kunt worden gebeld (netwerkdienst).
Beveiligingsniveau  — Als u wilt instellen dat om de beveiligingscode wordt
gevraagd wanneer een nieuwe SIM-kaart in het apparaat wordt geplaatst,
selecteert u 
Telefoon
.
Toegangscodes  — De beveiligingscode, PIN-code, UPIN-code, PIN2-code of het
blokkeerwachtwoord wijzigen.
PIN2-codeaanvraag  — Het apparaat zo instellen dat om de PIN2-code wordt
gevraagd wanneer u een bepaalde functie gebruikt die wordt beveiligd met de
PIN2-code. Bij sommige SIM-kaarten is het niet mogelijk het opvragen van de code
uit te schakelen. Deze optie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van uw SIM-
kaart. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Code gebruiken  — Het type pincode dat wordt gebruikt weergeven en selecteren.
Autoris.certificaten of Gebr.certificaten — De lijst met autorisatie- of
gebruikerscertificaten weergeven die beschikbaar zijn op uw apparaat.
Inst. beveil.module  — De Geg. beveil.module weergeven, 
Verzoek PIN module
activeren of de module-PIN en ondertekenings-PIN wijzigen.
De telefoon aanpassen aan uw voorkeuren
Geef uw telefoon een persoonlijk tintje met beltonen, achtergronden en thema's.
Maak snelkoppelingen naar de meest gebruikte functies en breid de functionaliteit
van uw telefoon uit.
Profielen
De telefoon heeft verschillende instellingsgroepen die ook wel profielen worden
genoemd. U kunt in deze profielen de ringtones voor verschillende gebeurtenissen
en omgevingen aanpassen.
Selecteer 
Menu
 > 
Instellingen
 > 
Profielen
, het gewenste profiel, en maak een
keuze uit de volgende opties:
28 Persoonlijke instellingen