Nokia 3100

Page 122
background image
Copyright
 © 2004 Nokia. All rights reserved.
BE
LA
NGR
I
JKE
 VE
ILI
G
HEIDS
I
NFORMATIE
122
BE
LA
NGR
I
JKE
 VE
ILI
G
HEIDS
I
NFORMATIE
Pacemakers
Fabrikanten van pacemakers adviseren dat er minimaal 20 cm afstand moet worden gehouden tussen een 
draadloze handtelefoon en een pacemaker om mogelijke storing van de pacemaker te voorkomen. Deze 
aanbevelingen komen overeen met het onafhankelijke onderzoek en de aanbevelingen van Wireless Technology 
Research. Voor mensen met een pacemaker geldt het volgende:
Houd de telefoon op meer dan 20 cm afstand van uw pacemaker als de telefoon is ingeschakeld;
Draag de telefoon niet in een borstzak;
Houd de telefoon bij het oor aan de andere zijde van het lichaam dan waar de pacemaker zich bevindt om de 
kans op storing te minimaliseren.
Als u denkt dat er storing optreedt, moet u de telefoon onmiddellijk uitschakelen.
Gehoorapparaten
Sommige digitale draadloze telefoons kunnen storing in bepaalde gehoorapparaten veroorzaken. Als u last hebt van 
dergelijke storing, kunt u contact opnemen met uw netwerkexploitant.
Andere medische apparatuur
Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van mobiele telefoons, kan storing veroorzaken bij het functioneren 
van onvoldoende beschermde medische apparatuur. Raadpleeg een arts of de fabrikant van het medische apparaat 
om vast te stellen of het apparaat voldoende is beschermd tegen externe RF-energie of als u vragen hebt. Schakel 
de telefoon uit in instellingen voor gezondheidszorg wanneer dat voorgeschreven wordt. Ziekenhuizen en andere 
instellingen voor gezondheidszorg kunnen gebruik maken van apparatuur die gevoelig is voor externe RF-energie.
Voertuigen
RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in gemotoriseerde voertuigen die verkeerd 
geïnstalleerd of onvoldoende beschermd zijn (bijvoorbeeld elektronische systemen voor brandstofinjectie, 
elektronische antislip-remsystemen (of antiblokkeer-remsystemen), systemen voor elektronische snelheidsregeling, 
airbagsystemen). Raadpleeg de fabrikant van uw voertuig of een vertegenwoordiger van de fabrikant voor meer 
informatie. Raadpleeg ook de fabrikant van eventueel in uw auto geïnstalleerde apparatuur.