Nokia 3100

Page 86
background image
Copyright
 © 2004 Nokia. All rights reserved.
De
 men
u
’s gebruiken
86
De
 men
u
’s gebruiken
PIN-code vragen
 als u de telefoon wilt instellen om naar de PIN-code te vragen wanneer de 
telefoon wordt ingeschakeld. Sommige SIM-kaarten ondersteunen het uitschakelen van de PIN-
code niet.
Oproepen blokkeren
 (netwerkdienst) als u inkomende en uitgaande oproepen wilt beperken. 
Hiervoor hebt u het blokkeerwachtwoord nodig.
Vaste nummers
 als u uitgaande oproepen wilt beperken tot geselecteerde telefoonnummers, als dit 
door uw SIM-kaart wordt ondersteund. Hiervoor hebt u de PIN2-code nodig. Wanneer de functie 
voor vaste nummers is ingeschakeld, zijn GPRS-verbindingen alleen mogelijk bij het verzenden van 
tekstberichten via een GPRS-verbinding. In dat geval moeten het telefoonnummer van de 
ontvanger en het nummer van de berichtencentrale zijn opgenomen in de lijst met vaste nummers.
Beperkte groep gebruikers
. Dit is een netwerkdienst waarmee een groep mensen wordt opgegeven 
die u kunt bellen en die u kunnen bellen. Neem contact op met uw netwerkoperator of 
serviceprovider voor meer informatie.
Beveiligingsniveau
. De beveiligingscode is standaard ingesteld op 12345.
Selecteer 
Telefoon
 als de beveiligingscode gevraagd moet worden zodra een nieuwe SIM-kaart in 
de telefoon wordt geplaatst.
Selecteer 
Geheugen
 als de beveiligingscode gevraagd moet worden wanneer het SIM-
kaartgeheugen is geselecteerd en u het actieve geheugen wilt wijzigen (zie Instellingen voor 
contacten selecteren op pagina 66) o
f wanneer u van het ene geheugen naar andere wilt kopiëren 
(zie Contacten kopiëren op pagina 69).
Toegangscodes
 als u de beveiligingscode, de PIN-code, de PIN2-code of het blokkeerwachtwoord 
wilt wijzigen. De codes kunnen uitsluitend uit de cijfers 0 tot en met 9 bestaan.