Nokia 6110 Navigator

Page 31
background image
31
Navigatortoets
U gebruikt de Navigator-toets als een snelkoppeling naar verschillende functies, 
afhankelijk van de toestand van Navigator wanneer u de toets gebruikt.
• Als Navigator niet is geactiveerd, start u de toepassing met de Navigator-toets.
• Als u Navigator op het scherm ziet zonder dat de huidige positie wordt 
weergegeven, verplaatst u de kaart naar de huidige positie met de 
Navigator-toets.
• Als Navigator op de voorgrond actief is en de huidige positie wordt 
weergegeven, opent u met de Navigator-toets de navigatiefunctie.
• Als Navigator op de achtergrond wordt uitgevoerd en u op de Navigator-toets 
drukt, wordt de toepassing op het scherm weergegeven en gaat deze naar de 
GPS-positie op de kaart.
Sneltoetsen in Navigator
1 - Open de weergave 
Zoeken
.
2 - Verander de indeling van de weergave.
3 - Schakel tussen dag- en nachtkleuren.
4 - Toon of verberg de voortgangsbalk (alleen tijdens de navigatie).
5 - Toon of verberg de weergave 
GPS informatie
.
6 - Schakel tussen 2-D- en 3-D-perspectief.
7 - Open de zoekweergave 
Vrije tekst
.
8 - Zoom in op de hele kaart.
9 - Zet het geluid aan en uit.
0 - Herhaal de vorige gesproken instructie (alleen tijdens de navigatie).
* of # - Zoom in of op op de kaart. Het minimumniveau is het straatniveau en het 
maximumniveau is de wereld.
Blader naar links, rechts, omhoog of omlaag om over de kaart voort te bewegen.
■ Navigeren naar locaties
Als u in Navigator een reismodus wilt definiëren, selecteert u 
Opties
Reismodus
 
en 
Zo snel mogelijk
Zo kort mogelijk
 of 
Voetganger
. Als u gedetailleerdere 
reisomstandigheden wilt definiëren, selecteert u 
Opties
Instellingen
Navigatie
. Tijdens de navigatie kunt u de reismodus altijd weer veranderen.