Nokia 6280

Page 124
background image
I n f o r m a t i e   o v e r   d e   b a t t e r i j
124
19. Informatie over de batterij
■ De batterij opladen en ontladen
Het apparaat werkt op een oplaadbare batterij. De volledige capaciteit van een 
nieuwe batterij wordt pas benut nadat de batterij twee of drie keer volledig is 
opgeladen en ontladen. De batterij kan honderden keren worden opgeladen en 
ontladen maar na verloop van tijd treedt slijtage op. Wanneer de gesprekstijd en 
stand-by-tijd aanmerkelijk korter zijn dan normaal, moet u de batterij vervangen. 
Gebruik alleen batterijen die door Nokia zijn goedgekeurd en laad de batterij 
alleen opnieuw op met laders die door Nokia zijn goedgekeurd en bestemd zijn 
voor dit apparaat.
Als u de nieuwe batterij voor de eerste keer gebruikt of als u de batterij langere 
tijd niet hebt gebruikt, is het mogelijk dat u de lader moet aansluiten, 
ontkoppelen en vervolgens opnieuw moet aansluiten om het opladen te starten.
Haal de lader uit het stopcontact wanneer u deze niet gebruikt. Houd niet een 
volledig opgeladen batterij gekoppeld aan de lader omdat de levensduur van de 
batterij kan afnemen wanneer deze wordt overladen. Als een volledig opgeladen 
batterij niet wordt gebruikt, wordt deze na verloop van tijd automatisch 
ontladen.
Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat de 
batterij-indicator op het scherm wordt weergegeven en u weer met het apparaat 
kunt bellen.
Gebruik de batterij alleen voor het doel waarvoor deze bestemd is. Gebruik nooit 
een beschadigde lader of batterij.
Let op dat u geen kortsluiting veroorzaakt in de batterij. Dit kan bijvoorbeeld 
gebeuren wanneer een metalen voorwerp zoals een munt, paperclip of pen direct 
contact maakt met de positieve (+) en negatieve (-) poolklemmen van de batterij. 
Deze klemmen zien eruit als metalen strips. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren 
wanneer u een reservebatterij in uw zak of tas hebt. Kortsluiting van de 
poolklemmen kan schade veroorzaken aan de batterij of aan het voorwerp 
waarop deze is aangesloten.
De capaciteit en de levensduur van de batterij nemen af wanneer u deze op hete 
of koude plaatsen bewaart (zoals in een afgesloten auto in de zomer of in 
winterse omstandigheden). Bewaar de batterij altijd bij een temperatuur tussen 
15°C en 25°C. Een apparaat met een warme of koude batterij kan gedurende 
bepaalde tijd onbruikbaar zijn, zelfs wanneer de batterij volledig opgeladen is. De