Nokia 6280

Page 33
background image
T e k s t   i n v o e r e n
33
1. Gebruik de toetsen 2 t/m 9 voor het invoeren van een woord. Druk 
eenmaal op een toets voor één letter. Op het scherm wordt * 
weergegeven, of de letter als de afzonderlijke letter een woordbetekenis 
heeft. De ingevoerde letters worden onderstreept weergegeven.
U kunt een speciaal teken toevoegen door * ingedrukt te houden of 
Opties
Symbool invoegen
 te selecteren. Ga naar een teken en 
selecteer 
Gebruik
.
2. Als u het gewenste woord hebt ingevoerd, bevestigt u de invoer door 
op 0 te drukken om een spatie in te voegen.
Als niet het juiste woord wordt weergegeven, drukt u herhaaldelijk 
op * of selecteert u 
Opties
Suggesties
. Wanneer het gewenste 
woord wordt weergegeven, selecteert u 
Gebruik
.
Als er een vraagteken (?) achter het woord wordt weergegeven, 
bevindt het woord dat u wilt invoeren zich niet in het woordenboek. 
Als u het woord aan het woordenboek wilt toevoegen, selecteert u 
Spellen
. Maak het woord af via de methode voor normale tekstinvoer 
en selecteer 
Opslaan
.
■ Normale tekstinvoer
Druk herhaaldelijk op een cijfertoets (1 t/m 9) totdat het gewenste 
teken verschijnt. Op de toetsen staan niet alle tekens afgebeeld die 
onder een toets beschikbaar zijn. De beschikbare tekens zijn afhankelijk 
van de taal die is geselecteerd voor het invoeren van tekst. Zie 
Instellingen op pagina 32.
Als de volgende letter die u wilt invoeren zich onder dezelfde toets 
bevindt als de huidige letter, wacht u tot de cursor verschijnt of drukt u 
kort op een van de navigatietoetsen en voert u de letter in.
De meestgebruikte leestekens en andere speciale tekens zijn 
beschikbaar onder de toets 1. Druk op * voor meer tekens.