Nokia 6630

Page 124
background image
AANVULLENDE VEILIGHE
I
DSINFORMATIE
124
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved. 
Een alarmnummer kiezen:
 1
Schakel het apparaat in als dat nog niet is gebeurd. 
Controleer of de signaalontvangst voldoende is. 
In sommige netwerken kan een geldige, correct geplaatste 
SIM- of USIM-kaart noodzakelijk zijn.
2
Druk zo vaak als nodig is op 
 om het scherm leeg te 
maken en het apparaat gereed te maken voor een oproep. 
3
Voer het alarmnummer in voor het gebied waar u zich 
bevindt. Alarmnummers verschillen per locatie.
4
Druk op de toets  .
Als u bepaalde functies gebruikt, is het mogelijk dat u deze 
functies eerst moet uitschakelen voordat u een alarmnummer 
kunt kiezen. Raadpleeg deze handleiding of uw 
serviceprovider voor meer informatie.
Probeer wanneer u een alarmnummer belt alle noodzakelijke 
informatie zo nauwkeurig mogelijk te omschrijven. Uw 
draadloze apparaat is mogelijk het enige 
communicatiemiddel op de plaats van een ongeluk. Beëindig 
het gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt 
gekregen.
WAARSCHUWING! In het profiel Offline kunt u geen 
oproepen doen, behalve oproepen naar bepaalde 
alarmnummers, of andere functies gebruiken 
waarvoor netwerkdekking vereist is.
Informatie over certificatie (SAR)
DIT APPARAAT VOLDOET AAN DE INTERNATIONALE 
RICHTLIJNEN VOOR BLOOTSTELLING AAN RADIOGOLVEN.
Dit mobiele apparaat is een radiozender en -ontvanger. Het 
apparaat is zo ontwikkeld en geproduceerd dat deze voldoet 
aan de emmissiebeperkingen voor radiofrequentiesignalen 
(RF-signalen) die worden aanbevolen door internationale 
richtlijnen (ICNIRP). Deze beperkingen maken deel uit van 
uitgebreide richtlijnen en definiëren het toegestane niveau 
voor RF-energie voor de algemene bevolking. Deze richtlijnen 
zijn ontwikkeld door onafhankelijke wetenschappelijke 
organisaties door middel van periodieke en grondige 
evaluaties van wetenschappelijke studies.   In deze richtlijnen 
is een grote veiligheidsmarge ingebouwd om de veiligheid van 
alle personen te kunnen waarborgen, ongeacht de leeftijd of 
gezondheidstoestand.
De standaard voor blootstelling aan mobiele apparatuur wordt 
uitgedrukt in de maateenheid SAR (Specific Absorbtion Rate).  
De SAR-limiet die wordt vermeld in de internationale 
richtlijnen is 2,0W/kg*. Bij tests voor SAR worden de 
standaardposities gebruikt, waarbij het apparaat in alle 
gemeten frequentiebanden het hoogst toegestane 
energieniveau gebruikt. Hoewel de SAR wordt bepaald op het 
hoogst toegestane energieniveau, kan het werkelijke 
SAR-niveau van het apparaat tijdens gebruik sterk lager liggen 
dan de maximumwaarde. Dit komt doordat het apparaat is 
ontworpen voor gebruik bij verschillende energieniveaus, 
zodat niet meer energie wordt gebruikt dan nodig is om 
verbinding te maken met het netwerk.  Over het algemeen 
geldt dat hoe dichter u zich bij een zendmast bevindt, hoe 
minder energie het apparaat gebruikt.