Nokia 6720 classic

Page 39
background image
tekstvoorspelling voor alle editors in het apparaat.
 geeft aan dat tekstvoorspelling is geactiveerd. 
2.  Druk op de toetsen 2-9 om het gewenste woord te 
schrijven. Druk voor elke letter eenmaal op elke toets. 
3.  Als u het woord volledig hebt ingevoerd en het klopt, 
drukt u de bladertoets naar rechts om dit te bevestigen 
of drukt u op 0 om een spatie toe te voegen. 
Als het woord niet klopt, drukt u meermaals op * om de 
overeenkomende woorden uit het woordenboek weer te 
geven. 
Als het teken ? wordt weergegeven na het woord, staat 
het woord dat u wilde schrijven niet in het woordenboek. 
Als u een woord wilt toevoegen aan de woordenlijst, 
selecteert u Spellen. Vervolgens voert u het woord in 
(maximaal 32 letters) via de traditionele 
tekstinvoermethode en selecteert u OK. Het woord wordt 
aan de woordenlijst toegevoegd. Als de woordenlijst vol 
is, wordt het oudste toegevoegde woord vervangen door 
het nieuwe woord. 
Schrijf het eerste deel van een samengesteld woord; ga naar 
rechts om het te bevestigen. Schrijf het tweede deel van het 
samengestelde woord. Als u het samengestelde woord wilt 
voltooien, drukt u op 0 om een spatie toe te voegen. 
Tips voor tekstinvoer 
Houd de toets met het gewenste cijfer ingedrukt als u in de 
lettermodus een cijfer wilt invoegen. 
Druk op # als u wilt schakelen tussen de verschillende 
tekenmodi. 
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 
Berichten 
Als u een teken wilt verwijderen, drukt u op C. Als u meerdere 
tekens wilt verwijderen, houdt u C ingedrukt. 
De meest gebruikte leestekens zijn beschikbaar onder 1. Als 
u ze een voor een wilt doorlopen, drukt u bij de gewone 
tekstinvoer herhaaldelijk op 1. Als u invoer met 
tekstvoorspelling gebruikt, drukt u op 1 en vervolgens 
herhaaldelijk op *
Als u een lijst met speciale tekens wilt openen, houdt u 
ingedrukt. 
Tip: Als u verschillende speciale tekens in de lijst met 
speciale tekens wilt selecteren, drukt u na elk 
gemarkeerd teken op 5
De invoertaal wijzigen 
Wanneer u tekst schrijft, kunt u de invoertaal wijzigen. Als u
bijvoorbeeld tekst schrijft in een niet-Latijns alfabet en u
Latijnse tekens wilt invoeren, zoals een internet- of e­
mailadres, moet u de invoertaal wijzigen.
Als u de invoertaal wilt wijzigen, selecteert u Opties >
Invoertaal en een invoertaal met Latijnse tekens.
Nadat u de invoertaal hebt gewijzigd en bijvoorbeeld
herhaaldelijk op 6 drukt om een speciaal teken te selecteren,
krijgt u in de gewijzigde invoertaal toegang tot deze tekens
in een andere volgorde.
Tekst en lijsten bewerken
Houd # ingedrukt en druk de bladertoets naar links of rechts
als u tekst wilt selecteren om deze te kopiëren en plakken.
Houd # ingedrukt en selecteer Kopiëren als u de tekst naar
39