Nokia 6730 classic

Page 61
background image
Selecteer 
Opties
 en maak een keuze uit de volgende opties:
Geheugenkaartopties
  — Hiermee kunt u de naam van
een geheugenkaart wijzigen of een geheugenkaart
formatteren.
Wachtwoord geh.kaart
  — Hiermee beveiligt u een
geheugenkaart met een wachtwoord.
Geh.kaart deblokkeren
  — Hiermee deblokkeert u een
geheugenkaart.
Apparaatbeheer
Externe configuratie
Selecteer   > 
Instellingen
 > 
Apparaatbeheer
.
Met Apparaatbeheer kunt u op afstand instellingen, gegevens
en software op uw apparaat beheren.
U kunt verbinding maken met een server en configuratie-
instellingen voor uw apparaat ontvangen. U ontvangt
mogelijk serverprofielen en andere configuratie-instellingen
van de serviceproviders en de informatiebeheerafdeling van
het bedrijf. Configuratie-instellingen bevatten verbindingen
en andere instellingen die door verschillende toepassingen
in het apparaat worden gebruikt. De beschikbare opties
kunnen verschillen.
De verbinding voor de externe configuratie wordt gewoonlijk
gestart door de server als de apparaatinstellingen moeten
worden bijgewerkt.
Als u een nieuw serverprofiel wilt maken, selecteert u
Opties
 > 
Serverprofielen
 > 
Opties
 > 
Nieuw
serverprofiel
.
U kunt deze instellingen ontvangen in een
configuratiebericht van de serviceprovider. Als dat niet het
geval is, gaat u als volgt te werk:
Servernaam
  — Voer een naam voor de
configuratieserver in.
Server-ID
  — Voer de unieke ID van de configuratieserver
in.
Serverwachtwoord
  — Voer het wachtwoord in
waarmee uw apparaat door de server wordt herkend.
Sessiemodus
  — Selecteer het verbindingstype van uw
voorkeur.
Toegangspunt
  — Selecteer het toegangspunt dat u wilt
gebruiken voor de verbinding of maak een nieuw
toegangspunt. U kunt ook aangeven dat u wordt gevraagd
welk toegangspunt u wilt gebruiken telkens wanneer u
verbinding maakt. Deze instelling is alleen beschikbaar als
Internet
 hebt geselecteerd als dragertype.
Hostadres
  — Voer het webadres van de
configuratieserver in.
Poort
  — Voer het poortnummer van de server in.
Gebruikersnaam
 en 
Wachtwoord
 — Voer uw
gebruikers-ID en wachtwoord voor de configuratieserver
in.
Configuratie toestaan
  — Selecteer 
Ja
 om toe te staan
dat de server een configuratiesessie initieert.
Automatisch accepteren
  — Selecteer 
Ja
 als u niet wilt
dat de server u om bevestiging vraagt bij het initiëren van
een configuratiesessie.
Netwerkverificatie
  — Aangeven of http-verificatie moet
worden gebruikt.
Gegevensbeheer
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
61