Nokia 6730 classic

Page 65
background image
2. Selecteer 
Bluetooth
 > 
Aan
.
3. Selecteer 
Waarneemb. telefoon
 > 
Waarneembaar
 of
Periode opgeven
. Als u 
Periode opgeven
 selecteert,
moet u instellen hoe lang uw apparaat zichtbaar is voor
anderen. Het apparaat en de naam die u hebt ingevoerd
zijn nu zichtbaar voor andere gebruikers van apparaten
met Bluetooth-technologie.
4. Activeer de toepassing waar het item dat u wilt verzenden
opgeslagen is.
5. Selecteer het item en 
Opties
 > 
Verzenden
 > 
Via
Bluetooth
. Het apparaat zoekt andere apparaten binnen
het bereik met behulp van de Bluetooth-technologie en
maakt er een lijst van.
Tip: Als u eerder gegevens via Bluetooth hebt
verzonden, wordt een lijst met de vorige
zoekresultaten weergegeven. Als u naar meer
Bluetooth-apparaten wilt zoeken, selecteert u
Meer apparaten
.
6. Selecteer het apparaat waar u een verbinding mee wilt
maken. Als het andere apparaat eerst gekoppeld moet
worden voordat er gegevens overgedragen kunnen
worden, wordt u gevraagd een wachtwoord in te voeren.
Als de verbinding tot stand is gebracht, wordt 
Gegevens
worden verzonden
 weergegeven.
Berichten die verzonden zijn met de Bluetooth-technologie
worden niet opgeslagen in de map Verzonden van de
toepassing Berichten.
Als u gegevens wilt ontvangen via Bluetooth, selecteert u
Bluetooth
 > 
Aan
 en 
Waarneemb. telefoon
 >
Waarneembaar
 om gegevens van een niet-gekoppeld
apparaat te ontvangen, of 
Verborgen
 om alleen gegevens
van een gekoppeld apparaat te ontvangen. Wanneer u
gegevens ontvangt via een Bluetooth-verbinding, klinkt er
afhankelijk van de instellingen van een actief profiel een
geluidssignaal en wordt u gevraagd of u het bericht wilt
accepteren waarin de gegevens zijn opgenomen. Als u
accepteert, wordt het bericht in de map Inbox van Berichten
geplaatst.
Tip: U kunt de bestanden in het apparaat of op de
geheugenkaart bekijken met een compatibele
accessoire die de dienst File Transfer Profile Client
(bijvoorbeeld een laptop) ondersteunt.
Een Bluetooth-verbinding wordt automatisch verbroken na
het verzenden of ontvangen van gegevens. Alleen Nokia Ovi
Suite en bepaalde accessoires zoals headsets kunnen een
verbinding in stand houden, zelfs als die niet actief wordt
gebruikt.
Apparaten koppelen
Selecteer   > 
Instellingen
 > 
Connect.
 > 
Bluetooth
.
Open het tabblad voor gekoppelde apparaten.
Kies vóór de koppeling een toegangscode (1 tot 16 cijfers) en
kom met de gebruiker van het andere apparaat overeen om
dezelfde code te gebruiken. Apparaten zonder
gebruikersinterface hebben een vaste toegangscode. U hebt
de toegangscode alleen nodig wanneer u de apparaten de
eerste keer verbindt. Na de koppeling kan de verbinding
worden geautoriseerd. Door de verbinding te koppelen en te
autoriseren, wordt de verbinding sneller en eenvoudiger,
Connectiviteit
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
65