Nokia 7900 Prism

Page 56
background image
56
Aanvullende veiligheidsinformatie
■ Kleine kinderen
Het apparaat en toebehoren kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd deze buiten het 
bereik van kleine kinderen.
■ Gebruiksomgeving
Dit apparaat voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling aan RF-signalen wanneer het op 
normale wijze tegen het oor wordt gehouden of wanneer het zich op een afstand van 
minimaal 1,5 cm (5/8 inch) van het lichaam bevindt. Wanneer het apparaat op het lichaam 
wordt gedragen in een draagtasje, riemclip of houder, moeten deze hulpmiddelen geen 
metaal bevatten en moet het apparaat zich op de bovengenoemde afstand van het lichaam 
bevinden.
Voor het overbrengen van gegevensbestanden of berichten moet dit apparaat kunnen 
beschikken over een goede verbinding met het netwerk. In sommige gevallen kan het 
overbrengen van gegevensbestanden of berichten vertraging oplopen tot een dergelijke 
verbinding beschikbaar is. Houdt u aan de bovenstaande afstandsrichtlijnen tot de 
overdracht is voltooid.
■ Medische apparatuur
Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van draadloze telefoons, kan het 
functioneren van onvoldoende beschermde medische apparatuur nadelig beïnvloeden. 
Raadpleeg een arts of de fabrikant van het medische apparaat om vast te stellen of het 
apparaat voldoende is beschermd tegen externe RF-energie of als u vragen hebt. Schakel het 
apparaat uit in instellingen voor gezondheidszorg wanneer dat wordt voorgeschreven door 
ter plaatse aangegeven instructies. Ziekenhuizen en andere instellingen voor 
gezondheidszorg kunnen gebruik maken van apparatuur die gevoelig is voor externe 
RF-energie.
Geïmplanteerde medische apparatuur
Ter voorkoming van storingen van het apparaat raden fabrikanten van medische apparaten 
aan minimaal 15,3 centimeter afstand te bewaren tussen een draadloos apparaat en een 
geïmplanteerd medisch apparaat, zoals een pacemaker of geïmplanteerde defibrillator. 
Personen met dergelijke apparaten moeten met het volgende rekening houden:
Houd het draadloze apparaat altijd op meer dan 15,3 centimeter afstand van het 
medische apparaat wanneer het draadloze apparaat is ingeschakeld.
Draag het draadloze apparaat niet in een borstzak.
Houd het draadloze apparaat tegen het oor dat aan de andere kant van het medische 
apparaat zit om de kans op een potentiële storing te minimaliseren.
Schakel het draadloze apparaat onmiddellijk uit als er enige reden is om aan te nemen 
dat er een storing plaatsvindt.