Nokia C5-00 5MP

Page 60
background image
Met positiebepaling via cell-ID wordt uw
positie bepaald via de zendmast waarmee
uw mobiele telefoon op dat moment is
verbonden.
Afhankelijk van de beschikbare
positiebepalingsmethode kan de
nauwkeurigheid van de positiebepaling
variëren van een paar meter tot meerdere
kilometers.
Wanneer u Kaarten voor de eerste keer
gebruikt, wordt u gevraagd het
internettoegangspunt te definiëren dat
moet worden gebruikt om kaartgegevens
te downloaden of A-GPS te gebruiken.
Het GPS-systeem (Global Positioning
System) valt onder het beheer van de
regering van de Verenigde Staten, die als
enige verantwoordelijk is voor de
nauwkeurigheid en het onderhoud van
het systeem. De accuratesse van de
locatiegegevens kan negatief worden
beïnvloed door wijzigingen door de
regering van de Verenigde Staten met
betrekking tot de GPS-satellieten en is
onderhevig aan veranderingen in het GPS-
beleid van het ministerie van defensie van
de Verenigde Staten voor civiele
doeleinden en wijzigingen in het Federal
Radio Navigation Plan. De accuratesse kan
ook negatief worden beïnvloed door een
gebrekkige satellietconfiguratie. De
beschikbaarheid en kwaliteit van GPS-
signalen kunnen negatief worden
beïnvloed door uw positie, gebouwen,
natuurlijke obstakels en
weersomstandigheden. GPS-signalen zijn
in gebouwen of onder de grond mogelijk
niet beschikbaar en kunnen worden
gehinderd door materialen zoals beton en
metaal.
GPS moet niet worden gebruikt voor
exacte plaatsbepaling en u moet nooit
uitsluitend op de locatiegegevens van de
GPS-ontvanger vertrouwen voor
plaatsbepaling of navigatie.
De tripmeter heeft een beperkte
nauwkeurigheid en er kunnen
afrondingsfouten voorkomen. De
nauwkeurigheid kan ook worden
beïnvloed door de beschikbaarheid en de
kwaliteit van GPS-signalen.
Het kompas gebruiken
Als het kompas geactiveerd is, draaien
zowel de pijl van het kompas als de kaart
automatisch dezelfde kant op als de
bovenkant van uw apparaat.
Selecteer   > 
Kaarten
 en 
Positie
.
Het kompas activeren
Druk op 5.
Het kompas deactiveren
Druk nogmaals op 5. De kaart is naar het
noorden gericht.
Het kompas is actief wanneer de omtrek
groen is. Als het kompas gekalibreerd
moet worden, is de omtrek rood of geel.
Het kompas kalibreren
Draai het apparaat in een continue
beweging rond alle assen totdat de
omtrek van het kompas groen is.
60 Positionering
© 2010-2011 Nokia. Alle rechten voorbehouden.