Nokia C5-00 5MP

Page 99
background image
apparaat niet naar behoren werkt, brengt u het naar het
dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt
Recycling
Breng uw gebruikte elektronische producten, batterijen en
verpakkingsmateriaal altijd terug naar hiervoor geëigende
verzamelpunten. Op deze manier helpt u het
ongecontroleerd weggooien van afval tegen te gaan en
bevordert u het hergebruik van materialen. Voor milieu-
informatie en het recyclen van uw Nokia-producten kijkt u op
www.nokia.com/werecycle of voor een mobiel apparaat op
Aanvullende veiligheidsinformatie
Een alarmnummer kiezen
1
Zorg ervoor dat het apparaat is ingeschakeld.
2
Controleer of de signaalontvangst voldoende is.
Mogelijk moet u ook de volgende stappen uitvoeren:
Een SIM-kaart plaatsen.
Oproepbeperkingen uitschakelen die op uw
apparaat zijn ingesteld, zoals het blokkeren van
oproepen, vaste nummers of gesloten
gebruikersgroepen.
Zorg ervoor dat het profiel Offline of Vlucht van
het apparaat niet is ingeschakeld.
3
Druk meerdere malen op de eindetoets, totdat het
startscherm wordt weergegeven.
4
Toets het alarmnummer in voor het gebied waar u zich
bevindt. Alarmnummers verschillen per locatie.
5
Druk op de beltoets.
6
Geef de benodigde informatie zo nauwkeurig mogelijk
op. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor
toestemming hebt gekregen.
Belangrijk: Als uw apparaat netgesprekken
ondersteunt, moet u zowel internet als mobiele gesprekken
activeren. Het apparaat kan alarmnummers zowel via het
mobiele netwerk als via uw internetprovider proberen te
kiezen. Verbindingen kunnen niet onder alle
omstandigheden worden gegarandeerd. Vertrouw nooit
alleen op een draadloze telefoon voor het tot stand brengen
van essentiële communicatie, bijvoorbeeld bij medische
noodgevallen.
Kleine kinderen
Het apparaat en toebehoren zijn geen speelgoed. Ze kunnen
kleine onderdelen bevatten. Houd deze buiten het bereik van
kleine kinderen.
Medische apparatuur
Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van draadloze
telefoons, kan het functioneren van onvoldoende
beschermde medische apparatuur nadelig beïnvloeden.
Raadpleeg een arts of de fabrikant van het medische apparaat
om vast te stellen of het apparaat voldoende is beschermd
tegen externe RF-energie. Schakel uw apparaat uit wanneer
dat wordt voorgeschreven door instructies, bijvoorbeeld in
ziekenhuizen.
Geïmplanteerde medische apparaten
Om mogelijke storing van geïmplanteerde medische
apparatuur zoals een pacemaker of een geïmplanteerde
defibrillator te voorkomen, raden fabrikanten van medische
apparatuur aan om draadloze apparaten altijd op minimaal
15,3 centimeter afstand te houden. Personen met dergelijke
apparaten moeten met het volgende rekening houden:
Houd het draadloze apparaat altijd op meer dan 15,3
centimeter afstand van het medische apparaat.
Draag het draadloze apparaat niet in een borstzak.
Houd het draadloze apparaat tegen het oor aan de
andere kant van het lichaam dan de kant waar het
medische apparaat zit.
Schakel het draadloze apparaat uit als er enige reden
is om te vermoeden dat er een storing plaatsvindt.
Volg de instructies van de fabrikant van het
geïmplanteerde medische apparaat.
Als u vragen hebt over het gebruik van het draadloze
apparaat wanneer u een geïmplanteerd medisch apparaat
hebt, neemt u contact op met uw zorginstelling.
Gehoor
Waarschuwing:
Wanneer u de hoofdtelefoon gebruikt, kan uw vermogen om
geluiden van buitenaf te horen negatief worden beïnvloed.
Gebruik de hoofdtelefoon niet wanneer dit uw veiligheid in
gevaar kan brengen.
Sommige draadloze apparaten kunnen storingen in sommige
gehoorapparaten veroorzaken.
Nikkel
Opmerking: Het oppervlak van dit apparaat bevat
geen nikkel in de gemetalliseerde delen. Het oppervlak van
dit apparaat bevat roestvrij staal.
Product- en veiligheidsinformatie 99
© 2010-2011 Nokia. Alle rechten voorbehouden.