Nokia N72

Page 131
background image
Aanvullende veiligheidsinformatie
131
of butaan) en gebieden waar de lucht chemicaliën of fijne 
deeltjes van bijvoorbeeld graan, stof of metaaldeeltjes bevat.
Alarmnummer kiezen
 Belangrijk:
 draadloze telefoons zoals dit apparaat, 
maken gebruik van radiosignalen, draadloze netwerken, 
kabelnetwerken en door de gebruiker geprogrammeerde 
functies. Hierdoor kunnen verbindingen niet onder alle 
omstandigheden worden gegarandeerd. U moet nooit 
alleen vertrouwen op een draadloze telefoon voor het 
tot stand brengen van essentiële communicatie, 
bijvoorbeeld bij medische noodgevallen.
Een alarmnummer kiezen:
1
Schakel het apparaat in als dat nog niet is gebeurd. 
Controleer of de signaalontvangst voldoende is. 
In sommige netwerken kan een geldige, correct geplaatste 
SIM-kaart noodzakelijk zijn.
2
Druk zo vaak als nodig is op de beëindigingstoets om het 
scherm leeg te maken en het apparaat gereed te maken 
voor een oproep. 
3
Toets het alarmnummer in voor het gebied waar u zich 
bevindt. Alarmnummers verschillen per locatie.
4
Druk op de beltoets.
Als u bepaalde functies gebruikt, is het mogelijk dat u deze 
functies eerst moet uitschakelen voordat u een alarmnummer 
kunt kiezen. Raadpleeg deze handleiding of uw serviceprovider 
voor meer informatie.
Geef alle noodzakelijke informatie zo nauwkeurig mogelijk op, 
wanneer u een alarmnummer belt. Uw draadloze apparaat is 
mogelijk het enige communicatiemiddel op de plaats van een 
ongeluk. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor 
toestemming hebt gekregen.
Informatie over certificatie (SAR)
DIT APPARAAT VOLDOET AAN RICHTLIJNEN VOOR 
BLOOTSTELLING AAN RADIOGOLVEN
Dit mobiele apparaat is een radiozender en -ontvanger. 
Het is zo ontworpen dat de grenzen voor blootstelling aan 
radiogolven die worden aanbevolen door internationale 
richtlijnen niet worden overschreden. Deze richtlijnen zijn 
ontwikkeld door de onafhankelijke wetenschappelijke 
organisatie ICNIRP, en bevatten veiligheidsmarges om de 
veiligheid van alle personen te waarborgen, ongeacht hun 
leeftijd en gezondheidstoestand.
De blootstellingsrichtlijnen voor mobiele apparatuur wordt 
uitgedrukt in de maateenheid SAR (Specific Absorption Rate). 
De SAR-limiet in de richtlijnen van het ICNIRP is 2,0 W/kg 
(watt/kilogram) gemiddeld over tien gram lichaamsweefsel. 
Bij tests voor SAR worden de standaardposities gebruikt, 
waarbij het apparaat in alle gemeten frequentiebanden het 
hoogst toegestane energieniveau gebruikt. Het werkelijke 
SAR-niveau van een werkend apparaat kan onder de 
maximumwaarde liggen, omdat het apparaat zo is ontworpen 
dat niet meer energie wordt gebruikt dan nodig is om 
verbinding te maken met het netwerk. De hoeveelheid 
benodigde energie hangt af van een aantal factoren, zoals de