Nokia N72

Page 37
background image
Camera en Galerij
37
Symbolen voor de camera:
• De symbolen voor het apparaatgeheugen (
) en de 
geheugenkaart (
) (1) geven aan waar afbeeldingen 
worden opgeslagen.
• Het afbeeldingssymbool (2) geeft aan hoeveel 
afbeeldingen, afhankelijk van de geselecteerde 
beeldkwaliteit, er in het resterende geheugen van het 
apparaat of op een compatibele geheugenkaart passen.
• Het modussymbool (3) geeft de huidige modus aan. 
• Het flitssymbool (4) geeft 
aan of de flits is ingesteld 
op 
Automatisch
 
(
), 
Geforceerd
 
(
)  of 
Uit
(
).
• Het resolutiesymbool (5) 
geeft de geselecteerde 
afbeeldingskwaliteit aan. 
Zie ‘Instellingen van 
fotocamera aanpassen’ 
op pag. 38.
• Het reeksmodussymbool 
(6) geeft aan dat de reeksmodus actief is. Zie ‘Foto's 
nemen in een reeks’ op 
pag. 38.
• Het zelfontspannersymbool (7) geeft aan dat de
Het opslaan van een vastgelegde afbeelding kan langer 
duren als u de instellingen voor zoomen, belichting of 
kleur hebt gewijzigd.
Houd rekening met het volgende wanneer u een foto 
neemt:
• Het is raadzaam beide handen te gebruiken, zodat de 
camera niet beweegt.
• Gebruik de juiste modus voor elke omgeving als u foto- 
of video-opnamen maakt in een wisselende omgeving. 
Zie ‘Opnamemodi’ op pag. 40.
• De kwaliteit van een ingezoomde foto is lager dan die 
van een niet-ingezoomde foto.
• Als u binnen een minuut niet op een toets drukt, wordt 
de batterijspaarstand geactiveerd. Druk op 
 om door 
te gaan met het nemen van foto's.
Houd rekening met het volgende wanneer u een foto hebt 
gemaakt: 
• Druk op 
 als u de foto niet wilt bewaren.
• Als u de afbeelding wilt verzenden, drukt u op 
 
en selecteert u 
Via multimedia
Via e-mail
 of 
Via 
Bluetooth
connectiviteit’ op pag. 95 voor meer informatie. Deze 
optie is niet beschikbaar tijdens een actief gesprek.
• Als u tijdens een actief gesprek een afbeelding wilt 
verzenden, selecteert u 
Opties
 > 
Verz. naar beller
.
• Als u de foto wilt bewerken, selecteert u 
Opties
 > 
Bewerken