Nokia N91

Page 133
background image
Aanvullende veiligh
eidsinformatie
133
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Alarmnummer kiezen
Belangrijk: Draadloze telefoons zoals dit apparaat, 
maken gebruik van radiosignalen, draadloze 
netwerken, kabelnetwerken en door de gebruiker 
geprogrammeerde functies. Hierdoor kunnen 
verbindingen niet onder alle omstandigheden worden 
gegarandeerd. U moet nooit alleen vertrouwen op een 
draadloze telefoon voor het tot stand brengen van 
essentiële communicatie, bijvoorbeeld bij medische 
noodgevallen.
Een alarmnummer kiezen:
 
1
Schakel het apparaat in als dat nog niet is gebeurd. 
Controleer of de signaalontvangst voldoende is. 
In sommige netwerken kan een geldige, correct geplaatste 
SIM-kaart noodzakelijk zijn.
 2
Druk zo vaak als nodig is op 
 om het scherm leeg te 
maken en het apparaat gereed te maken voor een oproep. 
 3
Toets het alarmnummer in voor het gebied waar u zich 
bevindt. Alarmnummers verschillen per locatie.
 4
Druk op de toets 
.
Geef alle noodzakelijke informatie zo nauwkeurig mogelijk op, 
wanneer u een alarmnummer belt. Uw draadloze apparaat is 
mogelijk het enige communicatiemiddel op de plaats van een 
ongeluk. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor 
toestemming hebt gekregen.
Waarschuwing: in het profiel Offline kunt u geen 
gesprekken voeren (of ontvangen), behalve oproepen 
naar bepaalde alarmnummers, of andere functies 
gebruiken waarvoor netwerkdekking is vereist.
Informatie over certificatie (SAR)
Dit mobiele apparaat voldoet aan richtlijnen voor 
blootstelling aan radiogolven.
Dit mobiele apparaat is een radiozender en -ontvanger. Het is 
zo ontworpen dat de grenzen voor blootstelling aan 
radiogolven die worden aanbevolen door internationale 
richtlijnen niet worden overschreden. Deze richtlijnen zijn 
ontwikkeld door de onafhankelijke wetenschappelijke 
organisatie ICNIRP, en bevatten veiligheidsmarges om de 
veiligheid van alle personen te waarborgen, ongeacht hun 
leeftijd en gezondheidstoestand.
De blootstellingsrichtlijnen voor mobiele apparatuur 
wordt uitgedrukt in de maateenheid SAR (Specific 
Absorption Rate). De SAR-limiet in de richtlijnen van het 
ICNIRP is 2,0 W/kg (watt/kilogram) gemiddeld over tien 
gram lichaamsweefsel. Bij tests voor SAR worden de 
standaardposities gebruikt, waarbij het apparaat in alle 
gemeten frequentiebanden het hoogst toegestane 
energieniveau gebruikt. Het werkelijke SAR-niveau van een 
werkend apparaat kan onder de maximumwaarde liggen, 
omdat het apparaat zo is ontworpen dat niet meer energie 
wordt gebruikt dan nodig is om verbinding te maken met het 
netwerk. De hoeveelheid benodigde energie hangt af van 
een aantal factoren, zoals de afstand tot een zendmast 
waarop u zich bevindt. De hoogste SAR-waarde onder de 
ICNIRP-richtlijnen voor gebruik van het apparaat bij het oor 
is 0,48 W/kg.
Het gebruik van accessoires en toebehoren met het apparaat 
kan resulteren in andere SAR-waarden. SAR-waarden kunnen