Nokia N97 mini

Page 136
background image
Over Digital Rights Management (DRM)
Houd u bij het gebruik van dit apparaat aan alle regelgeving en respecteer lokale
gebruiken, privacy en legitieme rechten van anderen, waaronder auteursrechten.
Auteursrechtbescherming kan verhinderen dat u afbeeldingen, muziek en andere inhoud
kunt kopiëren, wijzigen of overdragen.
De eigenaren van inhoud kunnen verschillende technologieën voor het Digital Rights
Management (DRM) gebruiken voor de bescherming van hun intellectuele eigendom,
inclusief auteursrechten. Op dit apparaat worden diverse soorten DRM-software gebruikt
om inhoud met DRM-beveiliging te openen. Met dit apparaat kunt u inhoud openen die
wordt beschermd met WMDRM 10 en OMA DRM 2.0. Als de inhoud niet wordt beschermd
door bepaalde DRM-software, kunnen de eigenaren van de inhoud vragen om ervoor te
zorgen dat dergelijke DRM-software nieuwe inhoud met DRM-bescherming niet langer
kan openen. Hierdoor wordt mogelijk ook voorkomen dat dergelijke inhoud met DRM-
bescherming die al op uw apparaat staat, kan worden vernieuwd. Als dergelijke DRM-
software deze inhoud niet meer kan openen, is dit niet van invloed op het gebruik van
inhoud die wordt beveiligd met andere typen DRM of het gebruik van inhoud zonder
DRM-beveiliging.
Bij inhoud die is beveiligd met Digital Rights Management (DRM) wordt een bijbehorende
licentie geleverd die uw rechten om gebruik te maken van de inhoud definieert.
Als het apparaat inhoud met OMA DRM-beveiliging bevat, kunt u met de back-upfunctie
van Nokia Ovi Suite een back-up maken van zowel de licentie als de inhoud.
Andere overdrachtsmethoden kunnen mogelijk de licenties die samen met de inhoud
moet worden hersteld, niet overdragen, waardoor u de OMA DRM-beveiligde inhoud niet
meer kunt gebruiken nadat u het apparaatgeheugen hebt geformatteerd. U moet
mogelijk ook de licentie herstellen als de bestanden op uw apparaat beschadigd zijn
geraakt.
Als uw apparaat WMDRM-beveiligde inhoud bevat, zullen zowel de licentie als de inhoud
verloren gaan als het apparaatgeheugen wordt geformatteerd. Het is ook mogelijk dat
de licentie en de inhoud verloren gaan als de bestanden op uw apparaat beschadigd zijn
geraakt. Het verlies van de licentie of de inhoud kan uw mogelijkheden beperken om
dezelfde inhoud op uw apparaat nogmaals te gebruiken. Neem voor meer informatie
contact op met uw serviceprovider.
Sommige licenties zijn mogelijk gekoppeld aan een specifieke SIM-kaart. In dat geval
kunt u alleen toegang tot de beschermde inhoud krijgen als die SIM-kaart in het apparaat
is geplaatst.
Aanvullende veiligheidsinformatie
Gebruiksomgeving
Dit apparaat voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling aan radiosignalen in de normale
positie aan het oor of wanneer het apparaat minstens 1,5 centimeter (5/8 inch) van het
lichaam wordt gehouden. Een draagtas, riemclip of houder voor het dragen van het
apparaat op het lichaam mag geen metaal bevatten en moet het apparaat op de eerder
genoemde afstand van het lichaam houden.
Voor het verzenden van gegevensbestanden of berichten is een goede verbinding met
het netwerk vereist. De verzending van gegevensbestanden of berichten kan vertraging
oplopen zolang een dergelijke verbinding niet beschikbaar is. Houd u aan de instructies
voor de afstand tot het lichaam totdat de verzending voltooid is.
Bepaalde delen van het apparaat zijn magnetisch. Metalen voorwerpen kunnen worden
aangetrokken door het apparaat. Houd creditcards en andere magnetische opslagmedia
uit de buurt van het apparaat, omdat de gegevens die op deze media zijn opgeslagen,
kunnen worden gewist.
Medische apparatuur
Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van draadloze telefoons, kan het
functioneren van onvoldoende beschermde medische apparatuur nadelig beïnvloeden.
Raadpleeg een arts of de fabrikant van het medische apparaat om vast te stellen of het
apparaat voldoende is beschermd tegen externe RF-energie. Schakel uw apparaat uit
wanneer dat wordt voorgeschreven door instructies, bijvoorbeeld in ziekenhuizen.
Geïmplanteerde medisch apparaten
Om mogelijke storing van geïmplanteerde medisch apparatuur zoals een pacemaker of
een geïmplanteerde defibrillator te voorkomen, raden fabrikanten van medische
apparatuur aan om draadloze apparaten altijd op minimaal 15,3 centimeter afstand te
houden. Personen met dergelijke apparaten moeten met het volgende rekening houden:
Houd het draadloze apparaat altijd op meer dan 15,3 centimeter afstand van het
medische apparaat.
Draag het draadloze apparaat niet in een borstzak.
Houd het draadloze apparaat tegen het oor aan de andere kant van het lichaam
dan de kant waar het medische apparaat zit.
Schakel het draadloze apparaat uit als er enige reden is om te vermoeden dat er
een storing plaatsvindt.
© 2011 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
136