Nokia 5140i

Page 109
background image
A a n v u l l e n d e   v e i l i g h e i d s i n f o r m a t i e
109
Pacemakers
Fabrikanten van pacemakers adviseren dat er minimaal 15,3 cm afstand moet 
worden gehouden tussen een draadloze telefoon en een pacemaker om mogelijke 
storing van de pacemaker te voorkomen. Deze aanbevelingen komen overeen met 
het onafhankelijke onderzoek en de aanbevelingen van Wireless Technology 
Research. Mensen met een pacemaker moeten:
het apparaat op meer dan 15,3 cm afstand van hun pacemaker houden;
het apparaat niet in een borstzak dragen; en
het apparaat bij het oor houden aan de andere zijde van het lichaam dan de 
zijde waar de pacemaker zich bevindt, om de kans op storingen te 
minimaliseren.
Als u vermoedt dat er storing optreedt, schakelt u het apparaat onmiddellijk uit 
en verplaatst u het.
Gehoorapparaten
Sommige digitale draadloze apparaten kunnen storingen in bepaalde 
gehoorapparaten veroorzaken. Neem contact op met uw netwerkoperator als 
u last hebt van dergelijke storingen.
■ Voertuigen
RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in 
gemotoriseerde voertuigen die verkeerd zijn geïnstalleerd of onvoldoende zijn 
afgeschermd (bijvoorbeeld elektronische systemen voor brandstofinjectie, 
elektronische antislip- of antiblokkeer-remsystemen, systemen voor 
elektronische snelheidsregeling of airbagsystemen). Raadpleeg voor meer 
informatie de fabrikant van uw voertuig of van hieraan toegevoegde apparatuur, 
of diens vertegenwoordiger.
Het apparaat mag alleen door bevoegd personeel worden onderhouden of in een 
auto worden gemonteerd. Ondeskundige installatie of reparatie kan gevaar 
opleveren en de garantie die eventueel van toepassing is op het apparaat doen 
vervallen. Controleer regelmatig of de draadloze apparatuur in uw auto nog 
steeds goed is bevestigd en naar behoren functioneert. Vervoer of bewaar geen 
brandbare vloeistoffen, gasvormige materialen of explosieve materialen in 
dezelfde ruimte waarin het apparaat, onderdelen daarvan of toebehoren zich 
bevinden. Voor auto's met een airbag geldt dat de airbags met zeer veel kracht 
worden opgeblazen. Zet geen voorwerpen, dus ook geen geïnstalleerde of 
draagbare draadloze apparatuur, in de ruimte boven de airbag of waar de airbag 
wordt opgeblazen. Als draadloze apparatuur niet goed is geïnstalleerd in de auto 
kan dit ernstige verwondingen veroorzaken als de airbag wordt opgeblazen.