Nokia 6151

Page 114
background image
A a n v u l l e n d e   v e i l i g h e i d s i n f o r m a t i e
114
Pacemakers
Fabrikanten van pacemakers adviseren dat minimaal 15,3 cm afstand wordt 
gehouden tussen een draadloze telefoon en een pacemaker om mogelijke storing 
van de pacemaker te voorkomen. Deze aanbevelingen komen overeen met het 
onafhankelijke onderzoek en de aanbevelingen van Wireless Technology 
Research. Mensen met een pacemaker moeten het volgende doen:
het apparaat op meer dan 15,3 cm afstand van de pacemaker houden;
het apparaat niet in een borstzak dragen;
het apparaat bij het oor houden aan de andere zijde van het lichaam dan de 
zijde waar de pacemaker zich bevindt, om de kans op storingen te 
minimaliseren.
Als u vermoedt dat er storing optreedt, moet u het apparaat uitschakelen en uit 
de buurt van de pacemaker houden.
Gehoorapparaten
Sommige digitale draadloze apparaten kunnen storingen in bepaalde 
gehoorapparaten veroorzaken. Neem contact op met uw netwerkoperator als u 
last hebt van dergelijke storingen.
■ Voertuigen
RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in 
gemotoriseerde voertuigen die verkeerd geïnstalleerd of onvoldoende 
afgeschermd zijn (bijvoorbeeld elektronische systemen voor brandstofinjectie, 
elektronische antislip- of antiblokkeer-remsystemen, systemen voor 
elektronische snelheidsregeling of airbagsystemen). Raadpleeg de fabrikant, of 
diens vertegenwoordiger, van uw voertuig of van hieraan toegevoegde 
apparatuur, voor meer informatie.
Het apparaat mag alleen door bevoegd personeel worden onderhouden of in een 
auto worden gemonteerd. Ondeskundige installatie of reparatie kan gevaar 
opleveren en de garantie die eventueel van toepassing is op het apparaat doen 
vervallen. Controleer regelmatig of de draadloze apparatuur in uw auto nog 
steeds goed bevestigd zit en naar behoren functioneert. Vervoer of bewaar geen 
brandbare vloeistoffen, gassen of explosieve materialen in dezelfde ruimte als die 
waarin het apparaat zich bevindt of onderdelen of toebehoren daarvan. Voor 
auto's met een airbag geldt dat de airbags met zeer veel kracht worden 
opgeblazen. Zet geen voorwerpen, dus ook geen geïnstalleerde of draagbare 
draadloze apparatuur, in de ruimte boven de airbag of waar de airbag wordt 
opgeblazen. Als draadloze apparatuur niet goed is geïnstalleerd in de auto kan dit 
ernstige verwondingen veroorzaken als de airbag wordt opgeblazen.