Nokia 6151

Page 28
background image
T e k s t   i n v o e r e n
28
4. Tekst invoeren
U kunt op twee verschillende manieren tekst invoeren, bijvoorbeeld 
wanneer u berichten wilt verzenden: door middel van normale 
tekstinvoer of door middel van tekstinvoer met woordenboek. Bij 
normale tekstinvoer drukt u herhaaldelijk op een cijfertoets, van 1 t/m 9
totdat het gewenste teken wordt weergegeven. Bij tekstinvoer met 
woordenboek kunt u een letter invoeren met één druk op een toets.
Tijdens het invoeren van tekst wordt linksboven in het scherm met 
 
tekstinvoer met woordenboek aangegeven, of met 
 normale 
tekstinvoer. Naast de aanduiding van de modus voor tekstinvoer wordt 
 of 
 weergegeven. Hiermee wordt het gebruik van 
hoofdletters of kleine letters aangegeven. U kunt schakelen tussen 
hoofdletters en kleine letters door op # te drukken. 
 geeft de 
nummermodus aan. U kunt overschakelen naar de nummermodus door 
# ingedrukt te houden en 
Nummermodus
 te selecteren.
■ Instellingen
Als u de taal voor het invoeren van tekst wilt instellen, selecteert u 
Opties
Schrijftaal
.
Als u tekstinvoer met woordenboek wilt instellen of normale tekstinvoer 
wilt herstellen, selecteert u 
Opties
Voorspelling aan
 of 
Voorspelling 
uit
.
Tip: U kunt tekstinvoer met woordenboek snel in- en 
uitschakelen door tijdens het invoeren van tekst tweemaal op # 
te drukken of door 
Opties
 te selecteren en ingedrukt te houden.
■ Tekstinvoer met woordenboek
Met behulp van tekstinvoer met woordenboek kunt u tekst snel invoeren 
met de toetsen en een ingebouwd woordenboek.
1. Gebruik de toetsen 2 t/m 9 om te beginnen met het invoeren van een 
woord. Druk eenmaal op een toets voor één letter. Op het scherm 
wordt 
*
 weergegeven, of de letter als de afzonderlijke letter een