Nokia 6151

Page 25
background image
A l g e m e n e   f u n c t i e s
25
3. Algemene functies
■ Bellen
1. Voer het netnummer en telefoonnummer in.
Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op 
*
 voor het 
internationale voorvoegsel (het +-teken vervangt de internationale 
toegangscode) en voert u de landcode, het netnummer (laat zo nodig 
de eerste 0 weg) en het telefoonnummer in.
2. Druk op de beltoets om het nummer te kiezen.
3. Druk op de toets Einde om de oproep te beëindigen of om het kiezen 
te onderbreken.
Zie Een contact zoeken op pagina 43 als u een naam of telefoonnummer 
wilt zoeken dat u hebt opgeslagen in 
Contacten
. Druk op de beltoets om 
het nummer te kiezen.
Druk in de standby-modus eenmaal op de beltoets om de lijst met laatst 
gekozen nummers weer te geven. Blader naar het gewenste nummer of 
de gewenste naam en druk op de beltoets om het nummer te kiezen.
Snelkeuze
U kunt een telefoonnummer toewijzen aan één van de snelkeuzetoetsen 
2 t/m 9. Zie Snelkeuze op pagina 46. U kunt het nummer op een van de 
volgende manieren kiezen:
• Druk op de gewenste snelkeuzetoets en vervolgens op de beltoets.
• Als 
Snelkeuze
 is 
Aan
, houdt u de gewenste snelkeuzetoets ingedrukt 
totdat het nummer is gekozen. Zie Oproepen op pagina 61.
Uitgebreide spraakgestuurde nummerkeuze
Als u een oproep wilt maken, selecteert u 
Namen
. Houd deze toets 
ingedrukt en spreek vervolgens de naam van degene die u wilt bellen 
hardop uit. In het telefoongeheugen wordt aan elk contact wordt 
automatisch een virtueel spraaklabel gekoppeld.