Nokia 6210 Navigator

Page 39
background image
39
P o s i t i o n e r i n g
■ Assisted GPS
Assisted-GPS (A-GPS) wordt gebruikt voor het verkrijgen van aanvullende gegevens via een 
pakketgegevensverbinding, zodat u gemakkelijker de coördinaten van uw huidige locatie 
kunt berekenen wanneer het apparaat signalen ontvangt van satellieten. 
Afhankelijk van uw netwerkabonnement kan uw netwerkexploitant de kosten 
voor deze verbinding in rekening brengen. Neem contact op met uw 
serviceprovider voor het juiste internettoegangspunt en de kosten die met deze 
dienst samenhangen.
Als u een methode voor positiebepaling wilt in- of uitschakelen, zoals A-GPS, 
selecteert u   > 
Instellingen
Telefooninst.
Algemeen
Positiebepaling
Methoden pos.bepaling
, de methode voor positiebepaling en 
Inschakelen
 of 
Uitschakelen
.
Uw apparaat is standaard geconfigureerd voor gebruik van de Nokia A-GPS-
dienst, als er geen A-GPS-instellingen voor een specifieke serviceprovider 
voorhanden zijn. De hulpgegevens worden alleen van de server van de Nokia 
A-GPS-dienst opgehaald wanneer dat nodig is.
Er moet op uw apparaat een internettoegangspunt zijn gedefinieerd als u A-GPS 
via een gegevensverbinding wilt gebruiken. U wordt gevraagd het internet-
toegangspunt op te geven wanneer u A-GPS voor de eerste keer gebruikt. Zie 
’Positiebepalingsinstellingen’ op pag. 39 voor meer informatie over het definiëren 
van toegangspunten.
■ GPS-verbinding configureren
Positiebepalingsinstellingen
Selecteer  
Instellingen
Telefooninst.
Algemeen
Positiebepaling
 en kies 
een van de volgende opties:
Methoden pos.bepaling
 - Hiermee schakelt u verschillende methoden voor 
positiebepaling in of uit.
Positiebepalingsserver
 - Hiermee kunt u instellingen van de positioneringsserver 
bewerken. Als u wilt selecteren of automatisch verbinding mag worden gemaakt 
met de positioneringsserver, dit telkens moet worden gevraagd of nooit 
verbinding met de positioneringsserver mag worden gemaakt, selecteert u 
Gebruik positiebep.server
. Als u een toegangspunt voor A-GPS wilt definiëren, 
selecteert u
Toegangspunt
. Er kan alleen een internettoegangspunt voor een 
gegevensverbinding worden gebruikt. U wordt gevraagd het internettoegangs-