Nokia C6-00

Page 114
background image
Maak een keuze uit de volgende opties:
Sensoren  — Activeer de sensors.
Draaibediening  — Selecteer
Oproepsign. dempen
 en 
Alarmen op
snooze
 om oproepen te dempen en
alarmen op snooze te zetten door het
apparaat zo te draaien dat het scherm
omlaag is gericht. Selecteer 
Scherm aut.
draaien
 om de weergave automatisch te
draaien wanneer u het apparaat op de
linkerzijkant draait of terug naar een
verticale stand. Mogelijk ondersteunen
sommige toepassingen en functies de
weergaverotatie niet.
Dia-instellingen
Selecteer 
Menu
 > 
Instellingen
 en
Telefoon
 > 
Telefoonbeheer
 >
Instellingen telefoonklep
.
Als u het apparaat zo wilt instellen dat het
toetsenblok wordt geblokkeerd wanneer
de dia wordt gesloten, selecteert u
Toetsen blokk. bij sluiten
.
Accessoire-instellingen
Selecteer 
Menu
 > 
Instellingen
 en
Telefoon
 > 
Accessoires
.
Op sommige connectoren van accessoires
wordt aangegeven welke accessoires op
het apparaat kunnen worden
aangesloten.
Selecteer een accessoire en maak een
keuze uit de volgende opties:
Standaardprofiel  — Stel in welk profiel
u wilt activeren telkens wanneer u een
bepaald compatibel accessoire op uw
apparaat aansluit.
Automatisch antwoorden  — Hiermee
stelt u in dat het apparaat een inkomende
oproep automatisch na 5 seconden
beantwoordt. Als het beltoontype is
ingesteld op 
Eén piep
 of 
Stil
, is
automatisch beantwoorden
uitgeschakeld.
Verlichting  — Hiermee stelt u in dat de
lampjes na de time-out blijven branden.
Welke instellingen beschikbaar zijn, is
afhankelijk van het type accessoire.
Instellingen voor toepassingen
Selecteer 
Menu
 > 
Instellingen
 en
Telefoon
 > 
Toepassingsinst.
.
In toepassingsinstellingen kunt u de
instellingen van enkele van de
toepassingen op uw apparaat bewerken.
Als u de instellingen wilt bewerken, kunt
u ook 
Opties
 > 
Instellingen
 selecteren in
elke toepassing.
Apparaatupdates
Via Apparaatupdates kunt u verbinding
maken met een server om
configuratieinstellingen voor uw
apparaat te ontvangen, nieuwe
serverprofielen te maken, informatie over
de huidige softwareversie en over het
apparaat te bekijken, of bestaande
serverprofielen te bekijken en te beheren.
Selecteer 
Menu
 > 
Instellingen
 en
Telefoon
 > 
Telefoonbeheer
 >
Apparaatupdates
.
Als uw netwerk het draadloos bijwerken
van software ondersteunt, kunt u
mogelijk ook updates via het apparaat
aanvragen.
Waarschijnlijk ontvangt u serverprofielen
en andere configuratieinstellingen van
uw serviceproviders en de
informatiebeheerafdeling van uw bedrijf.
Deze configuratieinstellingen kunnen
114 Instellingen
© 2011 Nokia. Alle rechten voorbehouden.