Nokia C6-00

Page 127
background image
Correct gebruik. Gebruik de batterij alleen voor het doel
waarvoor deze is bestemd. Onjuist gebruik van de batterij
kan brand, explosie of ander gevaar met zich meebrengen.
Als het apparaat of de batterij valt, vooral op een hard
oppervlak, en u denkt dat de batterij is beschadigd, moet u
deze ter inspectie naar een servicepunt brengen voordat u
die opnieuw gebruikt. Gebruik nooit een beschadigde lader
of batterij. Houd de batterij buiten het bereik van kleine
kinderen.
Uw apparaat onderhouden
Behandel uw apparaat, batterij, lader en toebehoren met
zorg. De volgende tips kunnen u helpen om de garantie te
behouden.
Houd het apparaat droog. Neerslag, vochtigheid en
allerlei soorten vloeistoffen of vocht kunnen mineralen
bevatten die corrosie van elektronische schakelingen
veroorzaken. Als het apparaat nat wordt, verwijdert u
de batterij en laat u het apparaat drogen.
Bewaar het apparaat niet bij zeer lage temperaturen.
Probeer het apparaat niet open te maken op een
andere manier dan in de gebruikershandleiding wordt
voorgeschreven.
Niet-goedgekeurde aanpassingen kunnen het
apparaat beschadigen en kunnen in strijd zijn met de
regelgeving met betrekking tot radioapparaten.
Laat het apparaat niet vallen en stoot of schud niet met
het apparaat.
Het oppervlak van het apparaat mag alleen worden
gereinigd met een zachte, schone, droge doek.
Voor optimale prestaties kunt u het apparaat het beste
zo nu en dan uitschakelen en de batterij verwijderen.
Houd het apparaat uit de buurt van magneten en
magneetvelden.
Om ervoor te zorgen dat uw belangrijke gegevens veilig
zijn opgeborgen, moet u deze op minstens twee
afzonderlijke plaatsen bewaren, bijvoorbeeld op uw
apparaat, geheugenkaart of computer, of belangrijke
informatie noteren.
Bij langdurig gebruik kan het apparaat warm aanvoelen. In
de meeste gevallen is dit normaal. Als u vermoedt dat het
apparaat niet naar behoren werkt, brengt u het naar het
dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt
Recycling
Breng uw gebruikte elektronische producten, batterijen en
verpakkingsmateriaal altijd terug naar hiervoor geëigende
verzamelpunten. Op deze manier helpt u het
ongecontroleerd weggooien van afval tegen te gaan en
bevordert u het hergebruik van materialen. Voor het recyclen
van uw Nokia-producten kijkt u op www.nokia.com/
Aanvullende veiligheidsinformatie
Kleine kinderen
Het apparaat en toebehoren zijn geen speelgoed. Ze kunnen
kleine onderdelen bevatten. Houd deze buiten het bereik van
kleine kinderen.
Gebruiksomgeving
Dit apparaat voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling aan
radiosignalen in de normale positie aan het oor of wanneer
het apparaat minstens 1,5 centimeter (5/8 inch) van het
lichaam wordt gehouden. Een draagtas, riemclip of houder
voor het dragen van het apparaat op het lichaam mag geen
metaal bevatten en moet het apparaat op de eerder
genoemde afstand van het lichaam houden.
Voor het verzenden van gegevensbestanden of berichten is
een goede verbinding met het netwerk vereist. De verzending
van gegevensbestanden of berichten kan vertraging oplopen
zolang een dergelijke verbinding niet beschikbaar is. Houd u
aan de instructies voor de afstand tot het lichaam totdat de
verzending voltooid is.
Bepaalde delen van het apparaat zijn magnetisch. Metalen
voorwerpen kunnen worden aangetrokken door het
apparaat. Houd creditcards en andere magnetische
opslagmedia uit de buurt van het apparaat, omdat de
gegevens die op deze media zijn opgeslagen, kunnen worden
gewist.
Medische apparatuur
Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van draadloze
telefoons, kan het functioneren van onvoldoende
beschermde medische apparatuur nadelig beïnvloeden.
Raadpleeg een arts of de fabrikant van het medische apparaat
om vast te stellen of het apparaat voldoende is beschermd
tegen externe RF-energie. Schakel uw apparaat uit wanneer
dat wordt voorgeschreven door instructies. Ziekenhuizen en
andere instellingen voor gezondheidszorg kunnen
gebruikmaken van apparatuur die gevoelig is voor externe
RF-energie.
Geïmplanteerde medische apparatuur
Om mogelijke storing van geïmplanteerde medisch
apparatuur zoals een pacemaker of een geïmplanteerde
defibrillator te voorkomen, raden fabrikanten van medische
apparatuur aan om draadloze apparaten altijd op minimaal
15,3 centimeter afstand te houden. Personen met dergelijke
apparaten moeten met het volgende rekening houden:
Houd het draadloze apparaat altijd op meer dan 15,3
centimeter afstand van het medische apparaat.
Het draadloze apparaat niet in een borstzak dragen.
Houd het draadloze apparaat tegen het oor aan de
andere kant van het lichaam dan de kant waar het
medische apparaat zit.
Product- en veiligheidsinformatie 127
© 2011 Nokia. Alle rechten voorbehouden.