Nokia E60

Page 48
background image
Naam van mijn telef.
 — Geef een naam op voor uw apparaat. De naam is zichtbaar voor andere apparaten die zoeken naar
apparaten met Bluetooth-technologie. De naam kan uit maximaal 30 tekens bestaan.
Externe SIM-modus
 — Selecteer 
Aan
 om ervoor te zorgen dat een ander apparaat, zoals een compatibele carkit, gebruik kan
Als Bluetooth werd uitgeschakeld doordat het profiel 
Offline
 werd geactiveerd, moet u Bluetooth handmatig weer inschakelen.
Beveiligingstips
Wanneer u geen gebruikmaakt van een Bluetooth-verbinding, selecteert u 
Bluetooth
 > 
Uit
 of 
Waarneembrh. tel.
 > 
Verborgen
.
Maak geen koppeling met een onbekend apparaat.
Gegevens verzenden
Er kunnen verschillende Bluetooth-verbindingen tegelijk actief zijn. Als u bijvoorbeeld verbonden bent met een hoofdtelefoon,
kunt u tegelijkertijd ook bestanden uitwisselen met een ander compatibel apparaat.
1. Open de toepassing die het te verzenden item bevat.
2. Selecteer het item en selecteer vervolgens 
Opties
 > 
Zenden
 > 
Via Bluetooth
. Het apparaat zoekt naar andere Bluetooth-
apparaten die zich binnen het ontvangstbereik bevinden en geeft deze weer in een lijst.
Tip: Als u eerder gegevens hebt verzonden via Bluetooth, wordt een lijst met de vorige zoekresultaten weergegeven.
Selecteer 
Meer apparaten
 als u naar meer Bluetooth-apparaten wilt zoeken.
3. Selecteer het apparaat waarmee u verbinding wilt maken en druk op de joystick om de verbinding in te stellen. Als het andere
apparaat eerst moet worden gepaard om gegevens te kunnen uitwisselen, wordt u gevraagd een toegangscode in te voeren.
4. Zodra de verbinding tot stand is gebracht, verschijnt het bericht 
Gegevens worden verzonden
.
De map 
Verzonden
 in 
Berichten
 bevat geen berichten die via Bluetooth worden verzonden.
Als u eerder items hebt verzonden via Bluetooth, wordt een lijst met de vorige zoekresultaten weergegeven. Selecteer 
Meer
apparaten
 als u naar meer Bluetooth-apparaten wilt zoeken.
Als u gebruik wilt maken van audiotoebehoren zoals een Bluetooth-handsfreeset of een Bluetooth-hoofdtelefoon, moet u uw
apparaat koppelen met dat toebehoren. Raadpleeg de gebruikershandleiding bij het toebehoren voor de toegangscode en
nadere instructies. Als u verbinding wilt maken met het audiotoebehoren, drukt u op de aan/uit-toets om het toebehoren in te
schakelen. Sommige audiotoebehoren maken automatisch verbinding met uw apparaat. Als dat niet het geval is, opent u
Gekopp. apparaten
, gaat u naar het toebehoren en selecteert u 
Opties
 > 
Verbinden
.
Symbolen voor Bluetooth-verbindingen
  Bluetooth is actief.
  Wanneer het pictogram knippert, probeert uw apparaat verbinding met het andere apparaat te maken. Wanneer het
pictogram onafgebroken wordt weergegeven, is de Bluetooth-verbinding actief.
Apparaten koppelen
Selecteer 
Menu
 > 
Connect.
 > 
Bluetooth
 en druk de joystick naar rechts om het tabblad 
Gekopp. apparaten
 te openen.
Voordat u gaat koppelen, stelt u uw toegangscode in (1 tot 16 cijfers) en spreekt u met de eigenaar van het andere apparaat
af die toegangscode te gebruiken. Apparaten zonder gebruikersinterface gebruiken een standaardtoegangscode. U hoeft u de
toegangscode alleen in te voeren wanneer u de apparaten voor het eerst koppelt. Na het koppelen kunt u de verbinding
worden gemaakt omdat u de verbinding niet elke keer hoeft te accepteren wanneer u deze tot stand brengt.
De toegangscode voor externe SIM-toegang moet bestaan uit 16 cijfers.
1. Selecteer 
Opties
 > 
Nw gekoppeld app.
. Het apparaat zoekt naar Bluetooth-apparaten die binnen bereik zijn.
Tip: Als u eerder gegevens hebt verzonden via Bluetooth, wordt een lijst met de vorige zoekresultaten weergegeven.
Selecteer 
Meer apparaten
 als u naar meer Bluetooth-apparaten wilt zoeken.
2. Selecteer het apparaat waarmee u een koppeling wilt maken en voer de toegangscode in. Op het andere apparaat moet
dezelfde toegangscode worden ingevoerd.
3. Selecteer 
Ja
 om automatisch een verbinding tot stand te brengen tussen uw apparaat en het andere apparaat of selecteer
Nee
 om de verbinding handmatig te bevestigen bij elke nieuwe verbinding. Vervolgens wordt het apparaat opgeslagen in
de pagina voor gekoppelde apparaten.
Als u een bijnaam wilt geven aan een gekoppeld apparaat dat alleen in uw telefoon wordt weergegeven, gaat u naar het
gekoppelde apparaat en selecteert u 
Opties
 > 
Korte naam toewijz.
.
Als u een koppeling wilt verwijderen, selecteert u het apparaat waarvan u de koppeling wilt verwijderen en 
Opties
 >
Verwijderen
. Als u alle koppelingen wilt verwijderen, selecteert u 
Opties
 > 
Alle verwijderen
.
C o n n e c t i v i t e i t
Copyright © 2006 Nokia. All Rights Reserved.
48