Nokia 5140

Page 30
background image
• Selecteer 
Afleverings- rapporten
 om het netwerk te vragen om afleveringsrapporten van uw berichten te verzenden
(netwerkdienst).
• Selecteer 
Afbeelding verkleinen
 om het beeldformaat te definiëren wanneer u de afbeelding opneemt in het
multimediabericht.
• Selecteer 
Standaard timing dia's
 om een standaardwaarde in te stellen voor de timing van dia's.
• Selecteer 
Ontvangst mul- timedia toestaan
 en 
Ja
 of 
Nee
 om multimediaberichten te ontvangen of te blokkeren.
Selecteer 
In eigen netwerk
 (standaardinstelling) als u alleen multimediaberichten wilt ontvangen in uw eigen netwerk.
• Als u de telefoon wilt instellen om automatisch nieuwe multimediaberichten te ontvangen of te weigeren, selecteert u
Inkomende multi- mediaberichten
 en
Ophalen
 of 
Weigeren
. Deze instelling wordt niet weergegeven als 
Ontvangst mul- timedia toestaan
 is ingesteld op 
Nee
.
• Als u de verbindingsinstellingen wilt definiëren voor het ophalen van multimediaberichten, selecteert u 
Instellingen
verbinding
 → 
Actieve multi- media-instellingen
 en activeert u de set waarvoor u de verbindingsinstellingen wilt opslaan.
• Selecteer 
Actieve multime- dia-inst. bewerken
 om de actieve instellingen te wijzigen.
Selecteer de instellingen één voor één en toets alle vereiste instellingen in. Neem contact op met de netwerkoperator of
serviceprovider voor de instellingen.
• Selecteer 
Naam set instellingen
, toets de naam in en druk op 
OK
 om een nieuwe naam voor de verbindingsset op te
geven.
• Als u het adres van de homepage van de serviceprovider wilt invoeren, selecteert u 
Homepage
, toetst u het adres in,
drukt u op 
 voor een punt en drukt u op 
OK
.
• Selecteer 
Proxy's
 → 
Inschakelen
 of 
Uitschakelen
 om de proxy's in of uit te schakelen.
• Selecteer 
Primaire proxy
 en 
Secundaire proxy
 als u de proxy's wilt bewerken nadat u deze hebt ingeschakeld.
• Selecteer 
Gegevensdrager
 → 
GPRS
 om de instellingen voor de GPRS-gegevensdrager te definiëren.
• Selecteer 
Instellingen drager
 om de instellingen voor de geselecteerde drager te definiëren.
• Als u de naam van het toegangspunt wilt intoetsen om een verbinding met een GPRS-netwerk tot stand te brengen,
selecteert u 
GPRS- toegangspunt
, toetst u de naam van het toegangspunt in en drukt u op 
OK
.
• Selecteer 
Verificatietype
 → 
Beveiligd
 of 
Normaal
 om het verificatietype in te stellen.
• Als u een gebruikersnaam wilt instellen, selecteert u 
Gebruikersnaam
, toetst u de gebruikersnaam in en drukt u op 
OK
.
• Als u een wachtwoord wilt instellen, selecteert u 
Wachtwoord
, toetst u het wachtwoord in en drukt u op 
OK
.
• Selecteer 
Advertenties toestaan
 → 
Ja
 of 
Nee
 om op te geven of u al dan niet advertenties wilt ontvangen. Deze instelling
wordt niet weergegeven als 
Ontvangst mul- timedia toestaan
 is ingesteld op 
Nee
.
Instellingen voor e-mail
U kunt de e-mailinstellingen van de netwerkoperator of serviceprovider ontvangen als OTA-bericht. 
1. Druk op 
Menu
 en selecteer 
Berichten
 → 
Berichtinstellingen
 → 
E-mailberichten
.
2. Selecteer 
Actieve e-mailinstellingen
 en activeer de set waarin u de instellingen wilt opslaan.
3. Selecteer 
Bewerk actieve e-mailinstellingen
 en wijzig de actieve instellingen. Selecteer de instellingen één voor één en
toets alle vereiste instellingen in.
Mailboxnaam
 — Toets de naam in die u voor de mailbox wilt gebruiken.
E-mailadres
 — Toets het e-mailadres in.
Mijn mailnaam
 — Toets uw naam of alias in.
Uitgaande (SMTP) server
 — Toets het e-mailadres van de server in.
Type inkomende server
 — Selecteer 
POP3
 of 
IMAP4
, afhankelijk van het e-mailsysteem dat u gebruikt. Als beide typen
worden ondersteunt, selecteert u 
IMAP4
. Als u het servertype wijzigt, wordt ook het poortnummer voor inkomende e-
mail gewijzigd.
Als u 
POP3
 selecteert, worden de opties 
Inkomende (POP3) server
POP3-gebruikersnaam
 en 
POP3-wachtwoord
weergegeven. Als u 
IMAP4
 selecteert, worden de opties 
Inkomende (IMAP4) server
IMAP4-gebruikersnaam
 en 
IMAP4-
wachtwoord
 weergegeven. Toets het adres in van de e-mailserver voor inkomende e-mail en toets vervolgens de
gebruikersnaam en het wachtwoord in voor de toegang tot de mailbox. Als u geen 
SMTP-gebruikersnaam
 of 
SMTP-
wachtwoord
 hebt gedefinieerd, gebruikt de e-mailserver de POP3/IMAP4-gebruikersnaam en het bijbehorende
wachtwoord.
Bij 
Overige instellingen
 kunt u de volgende opties selecteren:
Ondertekening bijvoegen
 — U kunt een handtekening opgeven die automatisch aan het eind van elke e-mail die u
schrijft wordt toegevoegd.
M e s s a g e s
Copyright © 2004 Nokia. All Rights Reserved.
30