Nokia E65

Page 24
background image
3.
Telefoon
Wanneer het apparaat is vergrendeld, kunt u soms wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
Voordat u een oproep kunt verzenden of ontvangen, moet het apparaat zijn ingeschakeld, voorzien zijn van een geldige SIM-
kaart en zich binnen het bereik van het netwerk bevinden. De GPRS-verbinding wordt tijdens spraakoproepen in de wachtstand
gezet tenzij het netwerk Dual mode ondersteunt of u een USIM-kaart hebt en u zich binnen het bereik van een UMTS-netwerk
bevindt.
Oproep beantwoorden
Opmerking:  De uiteindelijke rekening van de serviceprovider voor oproepen en diensten kan variëren, afhankelijk van
de netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort.
Druk op de beltoets of open het schuifmechanisme als u een oproep wilt beantwoorden.
Druk op de eindetoets of sluit het schuifmechanisme als u de oproep wilt weigeren.
Als u de beltoon wilt uitschakelen in plaats van een oproep te beantwoorden, selecteert u 
Stil
.
Als u een nieuwe oproep wilt beantwoorden tijdens een gesprek wanneer de functie 
Oproep in wachtrij
 is geactiveerd, drukt
u op de beltoets. De eerste oproep wordt in de wachtstand gezet. Druk op de eindetoets of sluit het schuifmechanisem als u de
actieve oproep wilt beëindigen.
Bellen
Belangrijk:  Als het apparaat vergrendeld is, moet u de beveiligingscode invoeren om de telefoonfunctie te activeren.
Wanneer het apparaat is vergrendeld, kunt u soms nog wel het alarmnummer kiezen. Als u een alarmnummer wilt
kiezen terwijl het apparaat in het profiel Offline staat of wanneer het apparaat is vergrendeld, is het noodzakelijk dat
het nummer door het apparaat wordt herkend als alarmnummer. Het verdient aanbeveling het profiel te wijzigen of
de vergrendeling van het apparaat op te heffen door de beveiligingscode in te voeren voordat u het alarmnummer
kiest.
Voer het netnummer en abonneenummer in en druk op de beltoets. Als u een verkeerd teken invoert, drukt u op de wistoets.
Tip:  Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op de *-toets voor het plusteken (+) dat de internationale
toegangscode vervangt, en voert u de landcode, het netnummer (laat zo nodig de eerste 0 weg) en het telefoonnummer
in.
Als u de oproep wilt beëindigen of de kiespoging wilt annuleren, drukt u op de eindetoets of sluit u het schuifmechanisme.
Tip:  Als u tijdens het gesprek het schuifmechanisme wilt sluiten maar de oproep niet wilt beëindigen, drukt u op de
linkerselectietoets en sluit u binnen enkele seconden het schuifmechanisme.
Als u wilt bellen naar een contact uit het telefoonboek, selecteert u in de stand-by modus 
Contact.
. Voer de eerste letters van
de naam in, ga naar de naam en druk op de beltoets. 
Druk op de beltoets om de 20 laatst gekozen nummers weer te geven. Ga naar het gewenste nummer of de gewenste naam en
Met de volumetoetsen kunt u het volume van een actief gesprek regelen.
Als u in de stand-by modus uw voicemail wilt bellen (netwerkdienst), houdt u 1 ingedrukt of drukt u op 1 en vervolgens op de
beltoets.
Snelkeuze
Met de snelkeuzefunctie kunt u een nummer kiezen door een cijfertoets ingedrukt te houden.
Voordat u de snelkeuzefunctie kunt gebruiken, moet u 
Menu
 > 
Instrum.
 > 
Instellingen
 > 
Bellen
 > 
Snelkeuze
 > 
Aan
 selecteren.
Als u een cijfertoets aan een telefoonnummer wilt toewijzen, selecteert u 
Menu
 > 
Instrum.
 > 
Snelkeuze
. Ga naar de cijfertoets
(2 - 9) op het scherm en selecteer 
Opties
 > 
Toewijz.
. Selecteer het gewenste nummer in de 
Contacten
-database.
Als u het telefoonnummer dat aan een cijfertoets is toegewezen, wilt verwijderen, gaat u naar de snelkeuzetoets en selecteert
Opties
 > 
Verwijderen
.
Als u het telefoonnummer dat aan een cijfertoets is toegewezen, wilt wijzigen, gaat u naar de snelkeuzetoets en selecteert u
Opties
 > 
Wijzigen
.
Spraaktoetsen
Uw apparaat heeft vier spraaktoetsen: de conferentietoets (1), de contacttoets (2), de toets voor het dempen van het volume
(3) en de toets Eigen (4).
© 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
24