Nokia E65

Page 31
background image
Automatisch
 — Automatisch aanmelden bij de dienst voor internetoproepen. Wanneer een bekend netwerk wordt gevonden,
wordt automatisch verbinding gemaakt met de dienst voor internetoproepen. Als u kiest voor automatisch aanmelden bij
draadloze LAN-netwerken, wordt met enige regelmaat automatisch gezocht naar draadloze LAN-netwerken. Dit gaat ten
koste van de batterijcapaciteit en -levensduur.
Handmatig
 —  Handmatig aanmelden bij de dienst voor internetoproepen.
Selecteer 
Opgeslagen verb. netw.
 als u de verbindingsnetwerken wilt bekijken die u voor de dienst voor internetoproepen hebt
opgeslagen of de verbindingsnetwerken die door de dienst voor internetoproepen worden herkend. Deze netwerken worden
gebruikt voor automatisch aanmelden en zijn gemarkeerd met een sterretje in de lijst met verbindingsnetwerken. Als u een
verbindingsnetwerk wilt verwijderen, selecteert u 
Opties
 > 
Verwijderen
.
Selecteer 
Service-inst. bewerken
 als u de instellingen wilt openen die specifiek zijn voor de desbetreffende dienst. Deze optie
is alleen beschikbaar als op het apparaat een plug-in is geïnstalleerd die specifiek is voor de dienst.
Apparaatbeveiliging
Selecteer 
Menu
 > 
Instrumenten
 > 
Instellingen
 > 
Beveiliging
 > 
Telefoon en SIM
.
U kunt de beveiligingsinstellingen voor de PIN-code, automatische blokkering en het verwisselen van de SIM-kaart wijzigen en
codes en wachtwoorden aanpassen.
Zorg ervoor dat u toegangscodes gebruikt die afwijken van de alarmnummers, om te voorkomen dat u per ongeluk het
alarmnummer kiest.
Codes worden als sterretjes (*) weergegeven. Wanneer u een code wilt wijzigen, voert u eerst de huidige code in en typt u
daarna tweemaal de nieuwe code.
Beveiligingsinstellingen definiëren
Als u de instellingen voor het apparaat en de SIM-kaart, certificaatbeheer en de beveiligingsmodule wilt instellen, selecteert u
een instelling en kiest u 
Opties
 > 
Openen
.
Wanneer de oproepen beperkt zijn tot specifieke gebruikersgroepen, kunt u soms nog wel het geprogrammeerde alarmnummer
kiezen.
Definieer de volgende instellingen:
PIN-code vragen
 — Selecteer 
Aan
 om naar de PIN-code te vragen wanneer het apparaat wordt ingeschakeld. Deze instelling
kan niet worden gewijzigd als het apparaat is uitgeschakeld. Voor sommige SIM-kaarten kan het verzoek om de PIN-code
niet worden uitgeschakeld.
PIN-code
 — De PIN-code wijzigen. De PIN-code moet 4 tot 8 cijfers lang zijn en beschermt uw SIM-kaart tegen onbevoegd
gebruik. Deze code wordt geleverd bij de SIM-kaart. Nadat driemaal achter elkaar een verkeerde PIN-code is ingevoerd, wordt
de PIN-code geblokkeerd en moet u de blokkering opheffen met de PUK-code voordat u de SIM-kaart weer kunt gebruiken.
PIN2-code
 — De PIN2-code wijzigen. De PIN2-code moet 4 tot 8 cijfers lang zijn en geeft toegang tot bepaalde functies van
het apparaat. Deze code wordt geleverd bij de SIM-kaart. Nadat driemaal achter elkaar een verkeerde PIN2-code is ingevoerd,
wordt de PIN2-code geblokkeerd en moet u de blokkering opheffen met de PUK2-code voordat u de SIM-kaart weer kunt
gebruiken.
Periode autom. blok.
  — Hiermee kunt u een time-out instellen waarna het apparaat automatisch wordt geblokkeerd en
alleen kan worden gebruikt als de juiste (de)blokkeringscode wordt ingevoerd. Geef het aantal minuten voor de time-out op
of selecteer 
Geen
 als u de automatische blokkering wilt uitschakelen. Wanneer het apparaat is vergrendeld, kunt u nog steeds
inkomende oproepen beantwoorden en kunt u in sommige gevallen het alarmnummer kiezen dat in uw apparaat is
geprogrammeerd.
Blokkeringscode
 — De nieuwe code kan tussen de 4 en 255 tekens lang zijn. U kunt zowel cijfers als letters gebruiken, en
zowel hoofdletters als kleine letters. U krijgt een melding als de blokkeringscode niet juist is opgemaakt.
Blok. als SIM gewijz.
 — Hiermee kunt u instellen dat het apparaat om de blokkeringscode vraagt wanneer een onbekende
SIM-kaart in het apparaat wordt geplaatst. Het apparaat houdt een lijst bij met SIM-kaarten die herkend worden als kaarten
van de eigenaar.
Ext. blokkering toest.
 — Als u deze optie inschakelt, kunt u het apparaat vergrendelen door een vooraf gedefinieerd
tekstbericht vanaf een andere telefoon te verzenden. Wanneer u deze optie inschakelt, moet u het bericht voor vergrendelen
op afstand invoeren en het bericht bevestigen. Het bericht moet ten minste 5 tekens lang zijn. Het maximum aantal
toegestane tekens is 8. Als u meer dan 8 tekens gebruikt, kan de geheugenkaart mogelijk niet worden ontgrendeld en moet
de geheugenkaart opnieuw worden geformatteerd. Als de geheugenkaart opnieuw moet worden geformatteerd, gaan alle
gegevens op de kaart verloren.
Bep. grp gebruikers
 (netwerkdienst) — Een groep personen opgeven naar wie u kunt bellen en die u kunnen bellen.
SIM-diensten bevest.
 (netwerkdienst) — Instellen dat het apparaat bevestigingsberichten weergeeft wanneer u een SIM-
kaartdienst gebruikt.
Vaste nummers
Wanneer de functie Vaste nummers is ingeschakeld, kunt u soms nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
T e l e f o o n
© 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
31