Nokia E65

Page 66
background image
Met behulp van een USB-gegevenskabel kunt u het apparaat aansluiten op een compatibele pc. Sluit de USB-gegevenskabel aan
op de onderzijde van het apparaat. Als u het apparaattype wilt wijzigen dat u normaliter met de gegevenskabel op uw apparaat
aansluit, drukt u op de navigatietoets.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Vragen bij verbinding
 — Selecteer of u altijd naar het apparaattype wilt worden gevraagd zodra u de gegevenskabel op het
apparaat aansluit.
PC Suite
 — Gebruik de gegevenskabel om het apparaat te verbinden met PC Suite en gebruik het apparaat als modem.
Gegevensoverdracht
 — U kunt de kabelverbinding gebruiken om gegevens zoals muziekbestanden of afbeeldingbestanden
te openen en uit te wisselen met de computer. Voor het gebruik van de modus 
Gegevensoverdracht
 moet u ervoor zorgen
dat USB niet als verbindingstype is geselecteerd in het beheer van verbindingsinstellingen in Nokia PC Suite. Plaats een
geheugenkaart in het apparaat, sluit het apparaat op een compatibele computer aan met de USB-gegevenskabel en selecteer
Gegevensoverdracht
 wanneer het apparaat vraagt welke modus wordt gebruikt. In deze modus fungeert uw apparaat als
een apparaat voor massagegevensopslag en kunt u het zien als een verwisselbare vaste schijf in de computer. Het profiel
Offline
 wordt automatisch ingeschakeld als deze modus wordt geselecteerd. Verbreek de verbinding vanaf de pc (bijvoorbeeld
met de wizard Hardware ontkoppelen of uitwerpen in Windows) om beschadiging van de geheugenkaart te voorkomen. Na
het verbreken van de verbinding keert het apparaat terug naar het profiel dat werd gebruikt voordat de modus voor
gegevensoverdracht werd geactiveerd.
Bluetooth
Dit apparaat voldoet aan Bluetooth Specification 1,2 en ondersteunt de volgende profielen: Generic Access Profile, Serial Port
Profile, Dial-up Networking Profile, Headset Profile, Handsfree Profile, Generic Object Exchange Profile, Object Push Profile, File
Transfer Profile, SIM Access Profile en Basic Imaging Profile. Gebruik met het oog op de interoperabiliteit met andere Bluetooth-
apparaten alleen toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor dit model. Informeer bij de fabrikanten van andere
apparatuur naar de compatibiliteit met dit apparaat.
Met Bluetooth-technologie kunnen elektronische apparaten binnen een bereik van 10 meter draadloos met elkaar worden
verbonden. Een Bluetooth-verbinding kan worden gebruikt voor het verzenden van afbeeldingen, video's, teksten, visitekaartjes,
agendanotities, of om draadloze verbindingen tot stand te brengen met Bluetooth-apparaten zoals computers.
Apparaten met Bluetooth-technologie communiceren door middel van radiogolven, waardoor de verschillende apparaten zich
niet direct in elkaars zicht hoeven te bevinden. De twee apparaten moeten zich alleen binnen een straal van 10 meter van elkaar
bevinden, hoewel de verbinding kan worden gestoord door obstakels zoals muren of door andere elektronische apparaten.
Bluetooth-verbindingen gebruiken
Op sommige plaatsen gelden beperkingen voor het gebruik van Bluetooth-technologie. Raadpleeg de lokale autoriteiten of
serviceprovider voor meer informatie.
Als functies gebruikmaken van Bluetooth-technologie of als dergelijke functies op de achtergrond worden uitgevoerd terwijl u
andere functies gebruikt, vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de levensduur van de batterij af.
Selecteer 
Menu
 > 
Connect.
 > 
Bluetooth
.
1. Wanneer u Bluetooth voor het eerst activeert, moet u een naam voor het apparaat opgeven. Geef het apparaat een unieke
naam zodat het gemakkelijk kan worden herkend als er meerdere Bluetooth-apparaten in de buurt zijn.
2. Selecteer 
Bluetooth
 > 
Aan
.
3. Selecteer 
Waarneembrh. tel.
 > 
Waarneembaar
.
Het apparaat en de naam die u hebt ingevoerd zijn nu zichtbaar voor andere gebruikers van apparaten met Bluetooth-
technologie.
Instellingen
Definieer de volgende instellingen:
Bluetooth
 — Selecteer 
Aan
 zodat u door middel van Bluetooth-connectiviteit verbinding kunt maken met een ander
compatibel apparaat.
Waarneembrh. tel.
 — Select Selecteer 
Waarneembaar
 zodat andere apparaten met Bluetooth-technologie uw apparaat
kunnen vinden wanneer u 
Bluetooth
 > 
Aan
 hebt geselecteerd. Als u niet wilt dat andere apparaten uw apparaat kunnen
vinden, selecteert u 
Verborgen
. Zelfs als u 
Verborgen
 selecteert, kunnen gekoppelde apparaten uw apparaat detecteren.
Naam van mijn telef.
 — Voer een naam voor het apparaat in. Deze naam is zichtbaar voor andere apparaten die zoeken naar
apparaten met Bluetooth-technologie. De naam kan uit maximaal 30 tekens bestaan.
Externe SIM-modus
 — Selecteer 
Aan
 om een ander apparaat, bijvoorbeeld een compatibele carkit, toe te staan de SIM-kaart
in uw apparaat te gebruiken om verbinding te maken met het netwerk. 
Als Bluetooth is uitgeschakeld doordat u het profiel 
Offline
 hebt ingeschakeld, moet u Bluetooth handmatig weer inschakelen.
C o n n e c t i v i t e i t
© 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
66