Nokia 9300

Page 18
background image
Conferentie
 —  Hiermee kunt u een actief gesprek en een gesprek in de wachtstand samenbrengen in een telefonische
vergadering (netwerkdienst).
Apart
 —  Hiermee kunt u een privégesprek voeren met een geselecteerde deelnemer aan de telefonische vergadering
(netwerkdienst).
Wisselen
 —  Hiermee kunt u schakelen tussen het actieve gesprek en het gesprek in de wachtstand (netwerkdienst).
DTMF verzenden
 — Hiermee kunt u DTMF-toonreeksen (Dual Tone Multi-Frequency) verzenden, bijvoorbeeld wachtwoorden.
Toets de DTMF-reeks in of zoek deze op in 
Contacten
 en druk op 
DTMF
.
U kunt het wachtteken w en het pauzeteken p intoetsen door herhaaldelijk op   te drukken.
Doorverbinden
 — Hiermee kunt u het gesprek in de wachtstand verbinden met het actieve gesprek en zelf de verbinding
verbreken (netwerkdienst).
Tekst intoetsen
U kunt tekst intoetsen, bijvoorbeeld als u een tekstbericht wilt opstellen. Druk herhaaldelijk op een cijfertoets totdat het
gewenste teken verschijnt. Als de volgende letter zich op dezelfde toets als de huidige letter bevindt, wacht u totdat de cursor
wordt weergegeven (of drukt u links, rechts, boven of onder op de bladertoets om de time-out te beëindigen) en toetst u de
letter in. Welke tekens beschikbaar zijn, is afhankelijk van de taal die u hebt geselecteerd voor het invoeren van tekst. Druk op
 als u een spatie wilt invoegen.
• Druk op 
Wis
 als u een teken links van de cursor wilt verwijderen. Houd 
Wis
 ingedrukt als u snel tekens wilt verwijderen.
• Druk op   als u de lettergrootte wilt wijzigen.
• Houd   ingedrukt als u wilt schakelen tussen de letter- en cijfermodus.
• Houd de gewenste cijfertoets ingedrukt als u een cijfer wilt invoegen vanuit de lettermodus.
• Druk herhaaldelijk op   om een speciaal teken in te voegen.
U kunt ook op   drukken, naar het gewenste teken gaan en op 
Kiezen
 drukken.
Tip:  Als u een Bluetooth-hoofdtelefoon of handsfree-eenheid gebruikt, kunt u een actieve oproep terugplaatsen naar
de Nokia 9300 door op 
Hndset
 te drukken.
Menufuncties activeren
De telefoon bevat een reeks menufuncties.
De meeste daarvan zijn voorzien van een korte Help-tekst. U kunt deze Help-tekst weergeven door naar de menufunctie te gaan
en ongeveer 15 seconden te wachten. U moet Help-teksten activeren in 
Instellingen
 > 
Telefooninst.
 voordat ze worden
weergegeven.
Een menufunctie activeren
Als u een menufunctie wilt activeren door te bladeren, drukt u op 
Menu
 vanuit de stand-bymodus, gaat u naar het gewenste
hoofdmenu, bijvoorbeeld 
Instellingen
, en drukt u op 
Select.
. Ga naar een submenu, bijvoorbeeld 
Oproepinst.
, en druk op
Select.
. Ga naar een instelling en druk op 
Select.
.
Als u een functie wilt activeren door een indexnummer te gebruiken, drukt u op 
Menu
 vanuit de stand-bymodus. Toets binnen
2 seconden het indexnummer in van het menu, het submenu en de instelling die u wilt gebruiken. Het indexnummer wordt
rechtsboven in het display weergegeven.
Druk op 
Vorige
 als u wilt terugkeren naar het vorige menuniveau. Als u het menu wilt afsluiten vanuit het hoofdmenu, drukt u
op 
Uit
. U kunt het menu ook afsluiten door op de eindtoets te drukken.
Menustructuur
Berichten
 
Bericht opstellen
, 2 
Mappen
, 3 
Spraakberichten
, 4 
Dienstopdrachten
Logboek
 
Gemiste oproepen
, 2 
Ontvangen oproepen
, 3 
Gekozen nummers
, 4 
Laatste
oproepen verwijderen
, 5 
Gespreksduur
Contacten
 
Zoeken
, 2 
Contact toev.
, 3 
Verwijderen
, 4 
Instellingen
, 5 
Snelkeuze
, 6
Dienstnummers
 (alleen weergegeven als dit door de SIM-kaart wordt
ondersteund), 7 
Eigen nummers
 (alleen weergegeven als dit door de SIM-
kaart wordt ondersteund)
Profielen
 
Bevat instellingsgroepen (profielen) die u kunt activeren. Er kan slechts één
profiel tegelijkertijd actief zijn.
Instellingen
 
Oproepinst.
, 2 
Telefooninst.
, 3 
Beveiligingsinst.
, 4 
Weergave-
instellingen
, 5 
Instellingen tijd en datum
, 6 
Rechter selectietoets
D e   t e l e f o o n i n t e r f a c e
Copyright © 2004-2005 Nokia. All Rights Reserved.
18