Nokia 9300

Page 90
background image
Gegevens verzenden met Bluetooth
Op bepaalde afbeeldingen, beltonen en andere inhoud rust mogelijk copyright, wat betekent dat de desbetreffende inhoud
niet mag worden gekopieerd, gewijzigd, overgedragen of doorgestuurd.
Er kan maar één Bluetooth-verbinding tegelijk actief zijn.
1. Open de toepassing die het te verzenden item bevat. Als u bijvoorbeeld een foto naar een ander apparaat wilt verzenden,
opent u de toepassing 
Afbeeldingen
.
2. Selecteer het item dat u wilt verzenden, druk op Menu en selecteer 
Bestand
 > 
Verzenden
 > 
Via Bluetooth
.
3. Als u eerder naar Bluetooth-apparaten hebt gezocht, wordt eerst een lijst met de eerder gevonden apparaten weergegeven.
U ziet een pictogram voor elk apparaat, samen met de naam van het apparaat. Als u opnieuw wilt zoeken, drukt u op 
Opnieuw
zoeken
. Als u de zoekopdracht wilt onderbreken, drukt u op 
Stoppen
.
4. Selecteer het apparaat waarmee u verbinding wilt maken en druk op 
Selecteer
.
5. Als het andere apparaat eerst moet worden gepaard om gegevens te kunnen uitwisselen, wordt u gevraagd een
toegangscode in te voeren. Maak uw eigen toegangscode (van 1 tot 16 numerieke tekens) en vraag de eigenaar van het
andere Bluetooth-apparaat dezelfde toegangscode te gebruiken. Deze toegangscode wordt maar één keer gebruikt en u
hoeft de code dan ook niet te onthouden. Apparaten zonder gebruikersinterface maken gebruik van een standaard ingestelde
toegangscode. Nadat de apparaten zijn gepaard, wordt het andere apparaat opgeslagen op het tabblad 
Gepaarde
apparaten
.
6. Zodra de verbinding tot stand is gekomen, wordt 
Bezig met verzenden...
 weergegeven.
Gegevens ontvangen met Bluetooth
Als u gegevens wilt ontvangen via Bluetooth, schakelt u Bluetooth in en selecteert u 
Waarneembaar
.
Wanneer u via Bluetooth gegevens ontvangt van een niet-geautoriseerd apparaat, wordt u eerst gevraagd of u het Bluetooth-
bericht wilt accepteren. Als u het bericht accepteert, wordt het opgeslagen in de map Postvak IN van de toepassing 
Berichten
.
Tip: Als het ontvangen item zich niet in de map Postvak IN bevindt, gaat u naar 
Bureaublad
 > 
Kantoor
 > 
Bestandsbh.
en bekijkt u de inhoud.
Een apparaat paren
Paren betekent verifiëren. Als een apparaat gepaard is, kan het apparaat sneller en gemakkelijker worden gevonden.
Ga naar 
Bureaublad
 > 
Extra
 > 
Config.scherm
 en selecteer 
Verbindingen
 > 
Bluetooth
.
Als u een apparaat wilt paren, opent u het tabblad 
Gepaarde apparaten
. Druk achtereenvolgens op 
Nieuw
 en 
Starten
 om naar
apparaten te zoeken. Selecteer het apparaat om te paren en druk op 
Paren
. Geef de toegangscode op en druk op 
OK
. Als u het
andere apparaat wilt autoriseren, drukt u op 
Ja
. Als u 
Nee
 selecteert, moeten verbindingsverzoeken van het andere apparaat
apparaat elke keer opnieuw expliciet worden geaccepteerd.
Tip: De gebruikers van de Bluetoothapparaten moeten met elkaar een toegangscode overeenkomen en voor beide
apparaten dezelfde toegangscode gebruiken om het paren van de apparaten mogelijk te maken. Apparaten zonder
gebruikersinterface maken gebruik van een standaard ingestelde toegangscode.
Als u het paren wilt annuleren, opent u het tabblad 
Gepaarde apparaten
. Selecteer het apparaat waarvan u het paren wilt
annuleren en druk op 
Verwijder
.
Als u een korte naam voor een gepaard apparaat wilt toewijzen, opent u het tabblad 
Gepaarde apparaten
. Selecteer het apparaat
waarvan u de naam wilt wijzigen en druk op 
Bewerken
. In het veld 
Korte naam toewijzen
 kunt u een korte naam (bijnaam,
alias) opgeven ter aanduiding van een bepaald apparaat. Deze naam wordt opgeslagen in het geheugen van het apparaat en
is niet zichtbaar voor gebruikers van andere Bluetooth-apparaten.
Als u een apparaat wilt instellen op geautoriseerd of niet-geautoriseerd, opent u het tabblad 
Gepaarde apparaten
. Selecteer
het apparaat en druk op 
Bewerken
. Ga naar het veld 
Apparaat geautoriseerd
 en selecteer 
Ja
. Verbindingen tussen de
communicator en het andere apparaat kunnen tot stand worden gebracht zonder dat speciale kennis is vereist. Hiervoor is geen
speciale acceptatie- of verificatieprocedure nodig. Selecteer 
Ja
 voor uw eigen apparaten, zoals uw pc, of voor apparaten van
iemand die u vertrouwt. Geautoriseerde apparaten in de lijst met gepaarde apparaten worden aangeduid met het pictogram
. Als u 
Nee
 selecteert, moeten verbindingsverzoeken van dit apparaat elke keer opnieuw expliciet worden geaccepteerd.
Als u verbinding wilt maken met een Bluetooth-apparaat, opent u het tabblad 
Gepaarde apparaten
. Selecteer het apparaat in
de lijst en druk op 
Bewerken
 en 
Verbinden
. Deze optie is overigens alleen beschikbaar voor audioapparaten waarvoor een
stabielere Bluetooth-verbinding nodig is, zoals Bluetooth-hoofdtelefoons of -carkits. Dergelijke apparaten moeten de Bluetooth
1.1-specificatie en het Handsfree-profiel ondersteunen. Als u de verbinding met het geselecteerde apparaat wilt beëindigen,
drukt u op 
Verbinding verbreken
.
C o n n e c t i v i t e i t
Copyright © 2004-2005 Nokia. All Rights Reserved.
90