Nokia E70

Page 26
background image
Tip: U kunt een privégesprek starten vanuit het 
P2T-logboek
 door de gewenste logboekgebeurtenis te selecteren en
op de spraaktoets te drukken.
P2T afsluiten
Selecteer 
Opties
 > 
Afsluiten
. Selecteer 
Ja
 om u af te melden en de dienst te sluiten. Druk op 
Nee
 als u de toepassing op de
achtergrond actief wilt houden.
Internetoproepen
Uw apparaat ondersteunt bellen via internet. Alarmnummers worden bij voorkeur via het mobiele netwerk gekozen. Als een
alarmoproep niet via het mobiele netwerk kan worden uitgevoerd, wordt getracht om de alarmoproep uit te voeren via uw
internetprovider. Gezien de aard van mobiele telefonie, verdient het de voorkeur om indien mogelijk een mobiel netwerk te
gebruiken voor alarmoproepen. Als netwerkdekking beschikbaar is, zorgt u ervoor dat uw mobiele telefoon is ingeschakeld en
gereed is voor oproepen voordat u een alarmnummer kiest. De mogelijkheid om alarmoproepen uit te voeren via
internettelefonie, is afhankelijk van de beschikbaarheid van een WLAN-netwerk en van de beschikbaarstelling van deze
mogelijkheid door uw internetprovider. Informeer bij uw internetprovider naar de mogelijkheid om alarmoproepen via internet
uit te voeren.
VoIP-technologie (Voice over Internet Protocol) bestaat uit een set protocollen waarmee het mogelijk is om te telefoneren via
een IP-netwerk zoals internet. Gesprekken via VoIP kunnen tot stand worden gebracht tussen computers, mobiele telefoons,
VoIP-apparaten en traditionele telefoons. Als u een VoIP-gesprek wilt voeren, moet uw apparaat bijvoorbeeld WLAN-dekking
hebben.
Voordat u een internetgesprek kunt voeren, moet u een internettelefoonprofiel maken. Wanneer het profiel klaar is, kunt u een
internetgesprek voeren vanuit alle toepassingen waarin u een gewoon telefoongesprek kunt voeren. Als u vanuit de standby-
modus een internetoproep wilt uitvoeren naar een adres dat niet met een cijfer begint, drukt u op een willekeurige cijfertoets.
Vervolgens drukt u gedurende een aantal seconden op # om het display leeg te maken en het apparaat van de cijfer- in de
lettermodus te plaatsen. Toets het adres in en druk op de beltoets. Als de klep geopend is en u een profiel voor internettelefonie
hebt gemaakt, toetst u het adres in en drukt u op de beltoets.
SIP-instellingen (Session Initiation Protocol) definieert u in 
Menu
 > 
Instrum.
 > 
Instell.
 > 
Verbinding
 > 
SIP-instellingen
 en VoIP-
instellingen in 
Menu
 > 
Instrum.
 > 
Instell.
 > 
Verbinding
 > 
Instell. internettelefoon
. Neem contact op met uw serviceprovider voor
meer informatie en voor de juiste instellingen.
Voorkeursprofiel
Selecteer 
Menu
 > 
Connect.
 > 
Internettel.
 om instellingen te wijzigen.
Voordat u het standaardprofiel kunt selecteren, moet u profielen maken in 
Menu
 > 
Instrum.
 > 
Instell.
 > 
Verbinding
 > 
Instell.
internettelefoon
.
Als u het standaardprofiel wilt selecteren wanneer u belt via internet, selecteert u 
Voorkeursprofiel
 en drukt u op de joystick.
Ga naar het gewenste profiel en druk op de joystick.
Profielen registreren
Alleen de profielen waarvoor u de instelling 
Registratie
 > 
Wanneer nodig
 hebt geselecteerd in 
Menu
 > 
Instrum.
 > 
Instell.
 >
Verbinding
 > 
SIP-instellingen
, worden in de lijst weergegeven.
Als u de registratie van uw profielen voor internettelefonie wilt wijzigen, gaat u naar het profiel dat u wilt registreren of waarvan
u de registratie ongedaan wilt maken en drukt u op de joystick. Druk nogmaals op de joystick om 
Geregistreerd
 of 
Niet
geregistreerd
 te selecteren.
Als u de instellingen wilt opslaan, selecteert u 
Terug
.
Apparaatbeveiliging
Selecteer 
Menu
 > 
Instrumenten
 > 
Instellingen
 > 
Beveiliging
 > 
Telefoon en SIM
.
U kunt de beveiligingsinstellingen voor de PIN-code, automatische blokkering en het verwisselen van de SIM-kaart wijzigen en
codes en wachtwoorden aanpassen.
Zorg ervoor dat u toegangscodes gebruikt die afwijken van de alarmnummers, om te voorkomen dat u per ongeluk het
alarmnummer kiest.
Codes worden als sterretjes weergegeven. Wanneer u een code wilt wijzigen, voert u eerst de huidige code in en typt u daarna
tweemaal de nieuwe code.
Beveiligingsinstellingen definiëren
Als u apparaat- en SIM-kaartinstellingen wilt definiëren, selecteert u een instelling en 
Opties
 > 
Wijzigen
.
B e l l e n
Copyright © 2006 Nokia. All Rights Reserved.
26