Nokia E70

Page 54
background image
Beleidsservernaam
 — Een naam voor de server invoeren van maximaal 30 tekens.
Beleidsserveradres
 — Het adres van de server invoeren. Het adres van de beleidsserver kan niet worden bewerkt nadat u
verbinding hebt gemaakt met de server om VPN-beleid te installeren of bij te werken.
Internettoeg.punt
 — Het internettoegangspunt selecteren om verbinding te maken met de VPN-beleidsserver.
Ww. beveil. sleutel
 — Het wachtwoord van de persoonlijke sleutelopslag wijzigen. Het wachtwoord wordt automatisch
gemaakt wanneer het de eerste keer nodig is.
Het VPN-logboek weergeven
Selecteer 
VPN-beheer
 > 
VPN-logbestand
 > 
Openen
.
Een VPN-logboek houdt bij wanneer u VPN-servers benadert om VPN-beleid en uw VPN-verbindingen te installeren, bij te werken
en te synchroniseren. Foutberichten, waarschuwingen en informatieberichten worden gemarkeerd met een pictogram links
van het item. Als u een logitem wilt bekijken, selecteert u het. Geef de redencodes die worden weergegeven in de detailweergave
door aan uw systeembeheerder. Deze codes vergemakkelijken het zoeken naar de oorzaak van eventuele problemen met VPN.
Wanneer het logboek groter wordt dan 20 KB, worden de oudste items verwijderd om ruimte te maken voor nieuwe.
Selecteer 
Opties
 en maak een keuze uit volgende opties:
Logb. vernieuwen
 — Het logboek bijwerken.
Logboek wissen
 — De items in het logboek verwijderen.
Roaming van e-mailgegevens
Selecteer 
Menu
 > 
Instrumenten
 > 
Instell.
 > 
Verbinding
 > 
Toegangspuntengr.
.
Met uw apparaat is roaming tussen technologieën voor draadloze toegang, zoals WLAN en GPRS, mogelijk voor e-mail. U kunt
bijvoorbeeld thuis een e-mailsessie starten en deze sessie op weg naar uw werk voortzetten. Terwijl uw sessie zonder
onderbreking wordt voortgezet, schakelt uw mobiele apparaat van WLAN naar GPRS en weer terug naar WLAN als u op het werk
aankomt.
Toegangspuntengroepen
1. Als u een toegangspuntengroep wilt maken, selecteert u 
Toegangspuntengr.
 > 
Opties
 > 
Nieuwe groep
.
2. Ga naar het veld 
Groepsnaam
 en voer een naam voor de groep in.
3. Geef in het veld 
Verbinding wijzigen
 aan of het wisselen van verbinding in het display moet worden weergegeven.
4. In de sectie 
Toegangspunten
 kiest en bewerkt u de toegangspunten die tot deze groep behoren.
Als u een toegangspunt wilt toevoegen aan de geselecteerde toegangspuntengroep, selecteert u 
Toegangspunten
 > 
Opties
 >
Toegangspunt toev.
 en vervolgens het toe te voegen toegangspunt.
Als u een toegangspunt in een toegangspuntengroep wilt bewerken, selecteert u het toegangspunt en 
Opties
 > 
Bewerken
.
Als u een toegangspunt in een toegangspuntengroep wilt verwijderen, selecteert u het toegangspunt en 
Opties
 >
Verwijderen
.
Als u de volgorde wilt instellen waarin toegangspunten worden gebruikt voor roaming van e-mailgegevens, selecteert u een
toegangspuntengroep en 
Wijzigen
. Ga naar een toegangspunt en selecteer 
Opties
 > 
Hogere prioriteit
 of 
Lagere prioriteit
.
Als u de SMTP-instellingen van een toegangspunt wilt wijzigen, selecteert u het gewenste toegangspunt in de lijst met
toegangspuntengroepen, selecteert u 
Opties
 en maakt u een keuze uit de volgende opties:
SMTP-server overschr.
 — De huidige SMTP-serverinstellingen overschrijven.
SMTP-server
 — De naam of het IP-adres van de server bewerken.
Beveiligde verbinding
 — Geef aan of u gebruik wilt maken van een beveiligde verbinding.
Verificatie gebruiken
 — Geef aan of u gebruik wilt maken van verificatie.
Gebruikersnaam
 — Bewerk uw gebruikersnaam voor de SMTP-server.
Wachtwoord
 — Bewerk uw wachtwoord voor de SMTP-server.
Toegangspuntengroepen configureren voor e-mail en synchronisatie
Als u een toegangspuntengroep voor e-mail wilt instellen, selecteert u 
Menu
 > 
Berichten
 > 
Mailbox
 > 
E-mailinstellingen
 >
Verbindingsinstellingen
 > 
Inkomende e-mail
 > 
Toegangsp. in gebr.
 > 
Opties
 > 
Wijzigen
 en selecteert u de gewenste
toegangspuntengroep.
Als u een toegangspuntengroep voor synchronisatie wilt instellen, selecteert u 
Menu
 > 
Connect.
 > 
Sync
 > 
Profiel
 > 
Opties
 >
Bewerken
 > 
Verbindingsinstellingen
 > 
Toegangspunt
 > 
Wijzigen
 en selecteert u de gewenste toegangspuntengroep.
C o n n e c t i v i t e i t
Copyright © 2006 Nokia. All Rights Reserved.
54