Nokia E50

Page 26
background image
PIN-code
 — De PIN-code wijzigen. De PIN-code moet 4 tot 8 cijfers lang zijn en beschermt uw SIM-kaart tegen onbevoegd
gebruik. Deze code wordt geleverd bij de SIM-kaart. Nadat driemaal achter elkaar een verkeerde PIN-code is ingevoerd, wordt
de PIN-code geblokkeerd en moet u de blokkering opheffen met de PUK-code voordat u de SIM-kaart weer kunt gebruiken.
PIN2-code
 — De PIN2-code wijzigen. De PIN2-code moet 4 tot 8 cijfers lang zijn en geeft toegang tot bepaalde functies van
het apparaat. Deze code wordt geleverd bij de SIM-kaart. Nadat driemaal achter elkaar een verkeerde PIN2-code is ingevoerd,
wordt de PIN2-code geblokkeerd en moet u de blokkering opheffen met de PUK2-code voordat u de SIM-kaart weer kunt
gebruiken.
Periode autom. blok.
  — Hiermee kunt u een time-out instellen waarna het apparaat automatisch wordt geblokkeerd en
alleen kan worden gebruikt als de juiste (de)blokkeringscode wordt ingevoerd. Geef het aantal minuten voor de time-out op
of selecteer 
Geen
 als u de automatische blokkering wilt uitschakelen. Wanneer het apparaat is vergrendeld, kunt u nog steeds
inkomende oproepen beantwoorden en kunt u in sommige gevallen het alarmnummer kiezen dat in uw apparaat is
geprogrammeerd.
Blokkeringscode
 — De nieuwe code kan tussen de 4 en 255 tekens lang zijn. U kunt zowel cijfers als letters gebruiken, en
zowel hoofdletters als kleine letters. U krijgt een melding als de blokkeringscode niet juist is opgemaakt.
Blok. als SIM gewijz.
 — Hiermee kunt u instellen dat het apparaat om de blokkeringscode vraagt wanneer een onbekende
SIM-kaart in het apparaat wordt geplaatst. Het apparaat houdt een lijst bij met SIM-kaarten die herkend worden als kaarten
van de eigenaar.
Ext. blokkering toest.
 — Als u deze optie inschakelt, kunt u het apparaat vergrendelen door een vooraf gedefinieerd
tekstbericht vanaf een andere telefoon te verzenden. Wanneer u deze optie inschakelt, moet u het bericht voor vergrendelen
op afstand invoeren en het bericht bevestigen. Het bericht moet uit ten minste 5 tekens bestaan.
Bep. grp gebruikers
 (netwerkdienst) — Een groep personen opgeven naar wie u kunt bellen en die u kunnen bellen.
SIM-diensten bevest.
 (netwerkdienst) — Instellen dat het apparaat bevestigingsberichten weergeeft wanneer u een SIM-
kaartdienst gebruikt.
Het blokkeerwachtwoord wijzigen
Als u het wachtwoord voor het blokkeren van spraak-, fax- en gegevensoproepen wilt wijzigen, selecteert u 
Menu
 > 
Instrum.
 >
Instellingen
 > 
Oproepblokk.
 > 
Mob. opr. blokkeren
 > 
Opties
 > 
Blokk. wachtw. wijz.
. Typ het huidige wachtwoord en typ vervolgens
tweemaal het nieuwe wachtwoord. Het blokkeerwachtwoord moet uit vier cijfers bestaan. Neem contact op met uw
serviceprovider voor details.
Vaste nummers
Wanneer de functie Vaste nummers is ingeschakeld, kunt u mogelijk wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
Selecteer 
Menu
 > 
Contacten
 > 
Opties
 > 
SIM-contacten
 > 
Nrs. vaste contacten
.
Met de dienst voor vaste nummers kunt u instellen dat alleen een beperkt aantal telefoonnummers vanaf uw apparaat kan
worden gebeld. Niet alle SIM-kaarten ondersteunen vaste nummers. Neem voor meer informatie contact op met uw
serviceprovider.
Selecteer 
Opties
 en maak een keuze uit de volgende opties:
Vaste nrs. activeren
 — Oproepen vanaf uw apparaat beperken. Als u de dienst wilt annuleren, selecteert u 
Vaste nrs. deact.
.
U hebt de PIN2-code nodig voor het in- en uitschakelen van vaste nummers of het bewerken van de vaste nummers. Neem
contact op met uw serviceprovider als u deze code niet hebt.
Nieuw SIM-contact
 — Een telefoonnummer toevoegen aan de lijst met nummers die gebeld mogen worden. Voer de naam
en het telefoonnummer van het contact toe. Als u oproepen wilt beperken tot een bepaald landvoorvoegsel, voert u dit
voorvoegsel in het veld 
Nieuw SIM-contact
 in. Alleen telefoonnummers die beginnen met dit landvoorvoegsel mogen worden
gebeld.
Toev. uit Contacten
 — Een contact vanuit 
Contacten
 kopiëren naar de lijst met vaste nummers.
Tip: Als u SMS-berichten wilt verzenden naar de SIM-contacten terwijl vaste nummers is ingeschakeld, moet u het
nummer van de SMS-berichtencentrale toevoegen aan de lijst met vaste nummers.
Als u een toegestaan telefoonnummer wilt weergeven of bewerken, selecteert u 
Opties
 > 
SIM-contacten
 > 
Nrs. vaste
contacten
.
Druk op de beltoets om het nummer te bellen.
Als u het telefoonnummer wilt bewerken, selecteert u 
Opties
 > 
Bewerken
. U hebt mogelijk de PIN2-code nodig voor het bewerken
van vaste nummers.
Als u het vaste nummer wilt verwijderen, drukt u op de wistoets.
Voicemail
Selecteer 
Menu
 > 
Instrum.
 > 
Voicemail
.
O p r o e p e n   e n   s p r a a k t o e p a s s i n g e n
Copyright © 2006 Nokia. All Rights Reserved.
26