Nokia E50

Page 58
background image
Gegevens verzenden en ontvangen
1. Zorg ervoor dat de infraroodpoorten van beide apparaten naar elkaar toe gericht zijn. De onderlinge positie van de apparaten
is belangrijker dan de hoek of de afstand.
2. Selecteer 
Menu
 > 
Connect.
 > 
Infrarood
 en druk op de joystick om infrarood op uw apparaat in te schakelen. Schakel infrarood
in op het andere apparaat.
3. Wacht enkele seconden totdat de infraroodverbinding tot stand is gebracht.
4. Als u een bestand wilt verzenden, zoekt u het gewenste bestand in een toepassing of vanuit bestandsbeheer en selecteert
Opties
 > 
Zenden
 > 
Via infrarood
.
Als de gegevensoverdracht niet binnen een minuut na activering van de infraroodpoort is gestart, wordt de verbinding
verbroken en moet deze opnieuw tot stand worden gebracht.
Alle items die via infrarood worden ontvangen, worden in de map Inbox van 
Berichten
 geplaatst.
Als de apparaten tijdens een verbinding worden verplaatst, wordt de verbinding verbroken maar blijft de infraroodstraal op
uw apparaat actief totdat u deze uitschakelt.
Gegevensverbindingen
Packet-gegevens
Met GPRS (General Packet Radio Service) kunnen mobiele telefoons draadloos verbonden worden aan gegevensnetwerken
(netwerkdienst). Bij GPRS worden gegevens in korte gegevensstoten over het mobiele netwerk verzonden. Het voordeel van
het verzenden van gegevens in pakketten is dat het netwerk alleen bezet is wanneer er gegevens worden verzonden of
ontvangen. Omdat GPRS efficiënt gebruikmaakt van het netwerk, kunnen gegevensverbindingen snel tot stand worden gebracht
en zijn de overdrachtssnelheden hoog.
U moet een abonnement nemen op de GPRS-service. Informeer bij de netwerkoperator of serviceprovider naar de
beschikbaarheid en abonnementen.
Enhanced GPRS (EGPRS) is hetzelfde als GPRS, alleen sneller. Informeer bij de netwerkoperator of serviceprovider naar de
beschikbaarheid van EGPRS en gegevensoverdrachtssnelheden. Als u GPRS hebt geselecteerd als gegevensdrager en er EGPRS
beschikbaar is in het netwerk, wordt deze dienst gebruikt in plaats van GPRS.
Tijdens een spraakoproep kunt u geen GPRS-verbinding tot stand brengen, en eventuele bestaande GPRS-verbindingen worden
in de wachtstand geplaatst, tenzij het netwerk Dual mode ondersteunt.
Verbindingsbeheer
Selecteer 
Menu
 > 
Connect.
 > 
Verb.beh.
.
Als u de status van gegevensverbindingen wilt weergeven of verbindingen wilt verbreken, selecteert u 
Act. geg.verb.
.
Actieve verbindingen weergeven en verbreken
Opmerking:  De uiteindelijke gespreksduur die door de serviceprovider in rekening wordt gebracht kan variëren,
afhankelijk van de netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort.
In de weergave voor actieve verbindingen kunt u de geopende gegevensverbindingen zien.
Als u uitgebreide informatie over netwerkverbindingen wilt weergeven, selecteert u de verbinding in de lijst en selecteert u
Opties
 > 
Gegevens
. Welk soort informatie wordt weergegeven, is afhankelijk van het verbindingstype.
Als u een netwerkverbinding wilt verbreken, selecteert u de verbinding in de lijst en selecteert u 
Opties
 > 
Verb. verbreken
.
Als u alle actieve netwerkverbindingen tegelijk wilt verbreken, selecteert u 
Opties
 > 
Alle verb. verbrek.
.
Als u de eigenschappen van een netwerk wilt weergeven, drukt u op de joystick.
Modem
Selecteer 
Menu
 > 
Connect.
 > 
Modem
.
In combinatie met een compatibele computer kunt u het apparaat als modem gebruiken om een internetverbinding tot stand
te brengen.
Voordat uw apparaat kan worden gebruikt als modem, moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
• De juiste communicatiesoftware moet op de computer zijn geïnstalleerd.
• U moet geabonneerd zijn op de juiste netwerkdiensten van uw serviceprovider of internetprovider.
• De juiste stuurprogramma's moeten op de computer zijn geïnstalleerd. U moet stuurprogramma's voor uw kabelverbinding
hebben geïnstalleerd en wellicht moeten de stuurprogramma's voor Bluetooth of infrarood worden geïnstalleerd of
bijgewerkt.
C o n n e c t i v i t e i t
Copyright © 2006 Nokia. All Rights Reserved.
58