Nokia E50

Page 74
background image
Time-out verlichting
 — Instellen hoeveel tijd er verstrijkt tussen de laatste keer dat u een toets indrukt en het moment
waarop de schermverlichting wordt gedimd.
Oproepinstellingen
Selecteer 
Bellen
 en maak een keuze uit de volgende opties:
Identificatie verz.
 — Selecteer 
Ja
 om het telefoonnummer weer te geven aan de persoon met wie u belt of selecteer 
Ingst.
door netw.
 om het netwerk te laten bepalen of uw beller-ID wordt verzonden.
Oproep in wachtrij
 — Selecteer 
Activeren
 om een melding van een inkomende oproep te ontvangen wanneer u in gesprek
bent, of selecteer 
Controleer status
 om te controleren of de functie actief is in het netwerk.
Opr. weig. met SMS
 — Selecteer 
Ja
 om automatisch een tekstbericht te verzenden aan de persoon die u belt om deze te laten
weten waarom u de inkomende oproep niet kunt beantwoorden.
Berichttekst
 — Voer de tekst in die moet worden verzonden wanneer u een inkomende oproep niet kunt beantwoorden en
automatisch een tekstbericht wilt verzenden als antwoord.
Autom. herkiezen
 — Selecteer 
Aan
 om een nummer opnieuw te kiezen als dit bezet was tijdens de eerste poging. Het apparaat
doet maximaal tien pogingen om de verbinding tot stand te brengen.
Samenvatting na opr.
 — Selecteer 
Aan
 om kort de geschatte duur van het laatste gesprek weer te geven.
Snelkeuze
 — Selecteer 
Aan
 om snelkeuze in uw apparaat te activeren. Als u een telefoonnummer wilt kiezen dat is
toegewezen aan een van de snelkeuzetoetsen (2-9), houdt u de betreffende snelkeuzetoets ingedrukt.
Aannem. willek. toets
 — Selecteer 
Aan
 om een inkomende oproep te beantwoorden door kort op een willekeurige toets te
drukken, met uitzondering van de eindetoets.
Lijn in gebruik
 — Selecteer 
Lijn 1
 of 
Lijn 2
 om de telefoonlijn voor uitgaande oproepen en tekstberichten te wijzigen
(netwerkdienst). Deze instelling wordt alleen weergegeven als de SIM-kaart het wisselen van lijnen ondersteunt en u een
abonnement hebt op twee telefoonlijnen.
Lijn wijzigen
 — Selecteer 
Uitschakelen
 om lijnselectie te voorkomen (netwerkdienst). Als u deze instelling wilt wijzigen, hebt
u de PIN2-code nodig.
Verbindingsinstellingen
Selecteer 
Menu
 > 
Instrum.
 > 
Instell.
 > 
Verbinding
 en maak een keuze uit de volgende opties:
Toegangspunten
 — Nieuwe toegangspunten instellen of bestaande toegangspunten bewerken. Sommige of alle
toegangspunten kunnen vooraf voor uw apparaat zijn ingesteld door uw serviceprovider, waardoor u ze niet kunt maken,
bewerken of verwijderen.
Packet-gegevens
 — Vaststellen welke packet-gegevensverbindingen worden gebruikt en het toegangspunt invoeren als u
uw apparaat als modem voor een computer gebruikt.
Instell. internettelefoon
 — Instellingen voor internetoproepen definiëren.
SIP-instellingen
 — SIP-profielen (Session Initiation Protocol) weergeven of instellen.
Data-oproep
 — De time-out instellen waarna gegevensverbindingen automatisch moeten worden verbroken.
VPN
 — VPN-beleid installeren en beheren, VPN-beleidsservers beheren, het VPN-logboek bekijken en VPN-toegangspunten
maken en beheren.
Configuraties
 — Weergeven en verwijderen van vertrouwde servers waarvan uw apparaat configuratie-instellingen kan
ontvangen.
Neem voor informatie over een abonnement op een packetgegevensdienst en de bijbehorende verbindings en configuratie‐
instellingen contact op met uw netwerkoperator of serviceprovider.
De instellingen die gewijzigd kunnen worden, kunnen verschillen.
Toegangspunten
Selecteer 
Menu
 > 
Instrum.
 > 
Instell.
 > 
Verbinding
 > 
Toegangspunten
.
Een toegangspunt is het punt waar uw apparaat via een gegevensverbinding verbinding maakt met het netwerk. Als u e-mail‐
en multimediadiensten wilt gebruiken en webpagina's wilt weergeven, moet u eerst toegangspunten definiëren voor deze
diensten.
Een toegangspuntengroep wordt gebruikt voor het onderbrengen van toegangspunten en het geven van prioriteiten aan
toegangspunten. Een toepassing kan in plaats van één toegangspunt een groep als verbindingsmethode gebruiken. In dat geval
wordt het best beschikbare toegangspunt binnen een groep gebruikt voor het tot stand brengen van de verbinding en - in geval
van e-mail - ook voor roaming.
Sommige of alle toegangspunten kunnen vooraf voor uw apparaat zijn ingesteld door uw serviceprovider, waardoor u ze niet
kunt maken, bewerken of verwijderen.
I n s t e l l .
Copyright © 2006 Nokia. All Rights Reserved.
74