Nokia E61i

Page 55
background image
Bluetooth-verbinding beëindigen
Een Bluetooth-verbinding wordt automatisch verbroken na het verzenden of ontvangen van gegevens. Alleen bij Nokia PC Suite
en bepaalde toebehoren zoals hoofdtelefoons, is het mogelijk dat de verbinding intact blijft, ook als deze niet actief wordt
gebruikt.
SIM-toegangsprofiel
Als het draadloze apparaat in de externe SIM-modus staat, kunt u alleen via een compatibele en aangesloten uitbreiding, zoals
een carkit, gesprekken voeren of ontvangen. U kunt in deze modus geen nummers kiezen met uw draadloze apparaat, behalve
de alarmnummers die in het apparaat zijn geprogrammeerd. Als u wilt bellen met uw apparaat, moet u eerst de externe SIM-
modus verlaten. Als het apparaat vergrendeld is, moet u eerst de beveiligingscode invoeren om het te ontgrendelen.
Met het SIM-toegangsprofiel hebt u toegang tot de SIM-kaart van het apparaat vanaf een compatibele carkit. U hebt dan geen
afzonderlijke SIM-kaart nodig voor toegang tot SIM-kaartgegevens en het verbinden met het GSM-netwerk.
Voor het gebruik van het SIM-toegangsprofiel hebt u het volgende nodig:
• Compatibele carkit met ondersteuning voor draadloze Bluetooth-technologie.
• Geldige SIM-kaart in uw apparaat
Zie www.nokia.com en de gebruikershandleiding bij uw carkit voor meer informatie over carkits en compatibiliteit met uw
apparaat.
Het SIM-toegangsprofiel beheren
1. Selecteer 
Menu
 > 
Connect.
 > 
Bluetooth
 om Bluetooth-connectiviteit in uw apparaat te activeren.
2. Als u de externe SIM-modus wilt activeren, gaat u naar 
Externe SIM-modus
 en drukt u op de bladertoets.
3. Activeer Bluetooth in de carkit.
4. Gebruik uw carkit om het zoeken naar compatibele apparaten te starten. Zie de gebruikershandleiding bij uw carkit voor
instructies.
5. Selecteer uw apparaat in de lijst met compatibele apparaten.
6. Koppel de apparaten door de Bluetooth-toegangscode die in het display van de carkit wordt weergeven, in te voeren in uw
apparaat.
7. Autoriseer de carkit. Selecteer 
Menu
 > 
Connect.
 > 
Bluetooth
 en ga naar het tabblad 
Gekopp. apparaten
. Ga naar de carkit
en voer de Bluetooth-toegangscode in. Selecteer 
Ja
 wanneer het apparaat vraagt of er automatisch verbinding moet worden
gemaakt. Verbindingen tussen uw apparaat en de carkit kunnen zonder afzonderlijke toestemming of autorisatie tot stand
worden gebracht. Als u 
Nee
 selecteert, moeten verbindingsverzoeken van dit apparaat elke keer opnieuw expliciet worden
geaccepteerd.
Tip: Als u de SIM-kaart al met het actieve gebruikersprofiel vanaf de carkit hebt benaderd, zoekt de carkit automatisch
naar een apparaat met de SIM-kaart. Als uw apparaat wordt gevonden en automatische autorisatie geactiveerd is,
wordt automatisch verbinding gemaakt met het GSM-netwerk wanneer u de auto start.
Wanneer u het profiel voor externe SIM-toegang activeert , kunt u toepassingen op uw apparaat gebruiken die geen netwerk
of SIM-diensten nodig hebben.
Als u de verbinding voor externe SIM-toegang wilt beëindigen, selecteert u 
Menu
 > 
Connect.
 > 
Bluetooth
 > 
Externe SIM-
modus
 > 
Uit
.
Infrarood
Richt de infrarood-straal (IR) niet op andermans ogen en vermijd dat deze stoort met andere IR-apparaten. Dit apparaat is een
Klasse 1 laserproduct.
Gebruik infrarood om twee apparaten met elkaar te verbinden en gegevens tussen de apparaten uit te wisselen. Met infrarood
kunt u gegevens zoals visitekaartjes, agendanotities en mediabestanden uitwisselen met een compatibel apparaat.
Gegevens verzenden en ontvangen
1. Zorg ervoor dat de infraroodpoorten van beide apparaten naar elkaar toe gericht zijn. De onderlinge positie van de apparaten
is belangrijker dan de hoek of de afstand.
2. Selecteer 
Menu
 > 
Connect.
 > 
Infrarood
 en druk op de bladertoets om infrarood op uw apparaat in te schakelen. Schakel
infrarood in op het andere apparaat.
Tip: U kunt infrarood ook activeren door tegelijkertijd op de blauwe functietoets en de Chr-toets te drukken.
3. Wacht enkele seconden totdat de infraroodverbinding tot stand is gebracht.
4. Als u een bestand wilt verzenden, zoekt u het gewenste bestand in een toepassing of vanuit bestandsbeheer en selecteert
Opties
 > 
Zenden
 > 
Via infrarood
.
C o n n e c t i v i t e i t
© 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
55